Podcast met motorcrosslegende "Aloïs Dekort"

Precies 50 jaar geleden, in 1970, won ‘motorcrosslegende’ Aloïs Dekort zijn eerste Belgisch Kampioenschap.
Hij werd vervolgens zes keer Belgisch kampioen zijspannen en won vele internationale prijzen.
In een podcast herbeleeft hij de rauwe jaren ’70 als topatleet.
Met een goeie dosis nostalgie blikt hij terug op zijn avonturen, waarbij hij onvermoeibaar door heel Europa trok voor zijn grote passie: sidecar motorcross.

Klik op HIER of op onderstaande foto en u krijgt een prachtig interview van ruim 25 min te zien en te horen

 

Sponsor in de kijker: Side Car Service Davy Maris

 Het ontstaan van side car service
Side Car Service is per toeval ontstaan in de periode dat Davy Maris actief was binnen de VLM federatie.
Op deze wedstrijden had Davy altijd veel reserve onderdelen bij en kwamen andere teams dan ook geregeld om onderdelen vragen.
Aangezien er veel bestellingen geplaatst werden bij VMC alsook bij Zabel kwam de vraag van Bakens Benelux om een onderdelen pakket mee te nemen naar de diverse wedstrijden.

Vanaf 2010 begon Davy meer GP wedstrijden te rijden en zo ging ook het aanbieden van hulp en onderdelen in stijgende lijn.
In 2014 besliste hij te stoppen met het rijden van WK wedstrijden en kwam de beslissing dat zijn team samen met Ivo Gijsels en Peter Vandebroek ging samenwerken met Marvin Vanluchene voor het onderhoud van het zijspan en de Zabel blokken.
Vanaf 2016 werd er dan ook gestreden op een VMC-Zabel wat in 2018 resulteerde in het behalen van de wereldtitel en de vice-wereldtitel in 2019.

In 2018 werd er ook beslist om fulltime bezig te zijn met Side Car Service en is alles in een stroomversnelling terecht gekomen.
Zo worden er nu vele zijspannen en motorblokken geprepareerd voor allerhande teams actief binnen het WK zijspancross, FFM en vele andere federaties.

Davy is VMC en Zabel altijd trouw gebleven en er werd dan ook met deze mensen een band opgebouwd zodat hopelijk ook de toekomst gegarandeerd wordt en ze nog vele jaren door kunnen gaan.

Woensdag kan je hier ook het interview lezen met Davy als “Rijder in de kijker”

(Tekst Dries Dewitte)

Deel 2: Het verhaal 10-voudig IMBA kampioen EDDY NUYTS.

Vandaag, Deel 2 van het verhaal 10-voudig IMBA kampioen EDDY NUYTS.
In geuren en kleuren, in dit deel van 1992 tot 1996 en nog erna nog enkele mekaniekerscrossen.

Foto’s ons aangeleverd van zijn carrière door Eddy klik u HIERZO


(Foto IMBA Duitsland Kassel-Spessart)

Na enkele jaren (’92 &’93) BMB besloot je terug de overstap naar BLM en met Danny Goethals als passagier?
Eind 1993 besloot ik om te stoppen met de GP. Het was voor mij eigenlijk te kostelijk en te moeilijk te combineren met het werk. Ook te weinig wedstrijden omdat je niet mocht starten in België bij liefhebbersbonden, er weinig contracten waren voor andere wedstrijden en bovendien bijna altijd ver weg. Zeker ook de aanhoudende problemen met pijnlijke polsen en het team dat weer eens uiteen viel.

(Foto start IMBA 1994 Rijkevorsel)

Dus 1994 terug naar BLM. Door bemiddeling van Fons Van Opstal en zijn vrouw Christiane, kwam ik in contact met bakkenist Danny Goethals. We besloten om samen te gaan rijden. Ook kwam Jef Van Lommel mee als mechanieker in onze ploeg. Net als Rob Van Den Bempt en mijn achterbuur Ludo Wouters. Dat bleek een schot in de roos als we daar op terug kijken. Het klikte allemaal zeer goed samen en iedereen was gemotiveerd. Samen met mijn familie, nl mijn ouders, mijn vrouw Wieza, en het ganse team, deed iedereen wat hij kon. Ik had toen bijzonder veel steun van ieder er in betrokken. Het klopte in de omgang, op logistiek vlak en op sportief vlak. De 4 jaren die volgden waren volgens mij de beste uit mijn zijspancrossperiode.
Met Danny Goethals behaalde je uw 4 laatste IMBA titels (van’94 tot’97) bij de zijspannen, bijna elk jaar liep de start niet zoals verwacht?
Ondermeer een armbreuk, jaar erna derde knie operatie en in 1997 ondanks sleutelbeen breuk één week voor een IMBA wedstrijd die je wel reed meteen na een operatie?
Het begon nochtans slecht in 1994. Op 2 januari 1994 op een winterwedstrijd in Reek (Nederland), kwam ik in de start ten val omdat iemand voor mij in de modder blokkeerde. We vielen eigenlijk bijna stilstaand gewoon om naar links, maar ik werd op mijn linkerarm aangereden. Ik voelde onmiddellijk dat die gebroken was. Ik werd zo snel mogelijk geopereerd door mijn neef Dr Rudy Nuyts. Dan volgde een pijnlijke revalidatie en op 20 februari stonden we zonder voorbereiding en met een nog pijnlijke, zwakke en zwaar ingetapede pols aan de start van de wedstrijd in Hechtel. We wilden ons graag kwalificeren voor de IMBA wedstrijden en dienden daarvoor goed te presteren in de kwalificatiewedstrijden. Eerste reeks 4de. Tweede reeks vielen we echter uit met kapotte versnellingsbak! Toen leek kwalificatie veraf. In de resterende wedstrijden werd het hard bikkelen om ons doel te halen, wat zeer nipt lukte.
De rest van het seizoen verliep prima en we haalden de triple binnen, Belgisch kampioen BLM, FAM en IMBA kampioen. Dat hebben we toen goed gevierd in de winter met een etentje met kadootjes voor alle teamleden.
Na het seizoen 1994 werd ik terug geopereerd aan de linkerarm om de plaat om de breuk te fixeren er terug uit te halen. We konden dus in 1995 goed voorbereid beginnen. Enkel het nieuwe frame kregen we begin van het seizoen niet naar mijn goesting. We reden wel redelijk goede resultaten maar het kon beter. Enkele veranderingen brachten niet het gewenste gevoel voor mij en Danny. De eerste FAM wedstrijd in St-Lenaerts kwamen we hard ten val in de afzink. Ik had me fel bezeerd en kon aanvankelijk geen adem halen. Pas na lange tijd reden we verder maar haalden geen punten. Gelukkig geen breuken. Nadien greep ik terug naar het frame van 1994 en draaiden we terug op volle toeren. Het ging niet altijd zonder pech, zoals b.v. in de proef te Betekom waar we één reeks geen punten haalden voor het BK. Dat kampioenschap werd fel betwist dat jaar en pas in de laatste reeks te Grobbendonk konden we de bovenhand halen op de andere sterke BLM-teams, waar vooral Walter Van Calster-Benny Clé tot op het einde titelkandidaat waren en we slechts zeer nipt de titel haalden. De Belgische BLM titel en de IMBA titel werden dus opnieuw gehaald, maar de FAM niet, daarin werden we 3de.
De winter van 1995 op 1996 werd ik voor de 3de keer geopereerd aan mijn gehavende linkerknie, maar ik was tijdig gereed voor het seizoen. De diverse wedstrijden werden weer fel gekleurd door duels met verschillende sterke teams zowel in België als bij de IMBA. De eerste IMBA wedstrijd in Meyel, vielen we de 3de reeks uit met motorpanne. In de volgende IMBA wedstrijden konden we onze achterstand snel ombuigen in voorsprong. In de FAM wedstrijd in Walcourt ging het ook weer mis. De eerste reeks in koppositie vielen we weer uit met een kapot motorblok. Dat verlies kregen we niet meer goed gemaakt in de FAM. Dat jaar werden we meermaals met motorpech geconfronteerd, we wonnen echter ook vaak en we haalden wel opnieuw de titel in BLM en IMBA. In de FAM opnieuw 3de.
Dan 1997. Ondertussen is de BLM de VLM geworden. Persoonlijk in de winter geen problemen maar motorfabrikant Zabel kwam met een nieuw onderblok. Veel topvermogen maar weinig kracht onderin en minder koppel. Dit motorkarakter paste niet zo goed bij mijn rijstijl en waren ook de oorzaak van minder goede starten. Soms greep ik daarom terug naar een blok van 1996 voor de belangrijkste wedstrijden. In de gewone wedstrijden reed ik wel met het nieuwe blok. We presteerden goed en stonden in alle klassementen aan de kop. Maar in Wommelgem, op 13 juli, in de start van de 2de reeks ging het mis. Ondanks het verzoek van meerdere zijspanteams, werd de eerste bocht niet gevlakt en die bocht lag vol sporen en bermen. Ik zat middenin het pak bij de start en in de eerste bocht ging het plots mis. Enkele zijspannen haakten in mekaar en wij kwamen daardoor ten val. Onmiddellijk voelde ik dat mijn linkersleutelbeen gebroken was. Ik werd weer door mijn neef Dr Rudy Nuyts geopereerd en een plaat werd op het sleutelbeen geplaatst voor fixatie. Ik weet niet meer zeker of de operatie op maandag dan wel dinsdag werd uitgevoerd, maar ik vermoed pas op dinsdag. Toen was het de volgende zondag 20 juli wel de volgende IMBA GP in Tsjechië! In 1991 had ik ook een sleutelbeenbreuk opgelopen kort voor een IMBA. Toen had ik na een goeie 14 dagen toch ook gestart. Nu was er echter maar 6 dagen tot de volgende race. In samenspraak met de dokter kregen we de toelating en besloten we om toch proberen te starten om de kansen op de IMBA titel indien mogelijk te behouden. De wonde was sterk gehecht en de schroeven van de plaat zaten goed vast zodat het mogelijk zou kunnen. Ik herinner mij nog dat de autorit naar Tsjechië mij bijzonder veel pijn bezorgde. Het had toen in Tsjechië enorm veel geregend en het parcours lag er zeer slijkerig bij. Tot verwondering van mijn tegenstanders kon ik toch starten. We hadden de wonde goed ingeplakt, een laag schuimrubber er op ter bescherming voor de steenslag en wat pijnstillers genomen. Het was niet zonder pijn maar ik kon rijden. Ik kon mijn linkerarm niet ver genoeg opheffen en daarom vroeg ik aan Danny om af en toe aan de roll-off van mijn bril te trekken want dat kon ik zelf niet. Gelukkig voor mij was het enorm modder op het parcours. Daardoor lag de snelheid laag en werd er niet gesprongen op de springheuvels. Het was echt technisch moeilijk om de baan rond te komen zonder vast te rijden, net één van onze sterke punten. De baan werd dan ook meermaals ingekort en er werden slechts 2 reeksen gereden. Tot iedereens verbazing konden we de eerste reeks winnen en ondanks een lekke achterband op het einde werden we 2de in de tweede reeks. Met eindoverwinning als onverwacht resultaat. Het duurde nadien nog verschillende weken eer ik weer terug voluit kon gaan, maar mijn seizoen was gered.
Met ons sterk team haalden we opnieuw de triple: VLM kampioen, FAM kampioen en IMBA kampioen.

(Foto Wommelgem 1997)

In 1998 liep Danny Goethals in mei een zware armbreuk op en was maanden out. Ik vond een vervanger bakkenist in de persoon van Eddy Schoppé, die echter de laatste jaren niet meer had gereden en op zijn beurt in juli in het Tsjechische Dalecin gekwetst werd. Op het einde van het seizoen kwam Danny terug in het zijspan. We werden nog 3de in het VLM en IMBA kampioenschap en 4de in FAM.
In 1999, nadat Danny Goethals wenste te stoppen met rijden, gingen we van start met Benny Van Den Bulck en behaalden we nog één zege in het EK IMBA op 23 mei in het Duitse Wisskirchen. We werden derde in het EK IMBA kampioenschap na Cremers -Eggers en Goovaerts-Verbrugge. In het VLM en FAM kampioenschap werden we 5de.
Mijn persoonlijk beste jaren waren voorbij en enkele jongere snelle zijspanteams namen de overhand.
In totaal ben jij (samen met je bakkenisten) recordhouder met 7 titels bij de IMBA zijspannen, enkel Marc Leysen-Jack Bax en Eddy en Ludo Somers wisten deze zegereeks te doorbreken.
Hoe kijk jij daar op terug ?
Ik kijk natuurlijk met grote tevredenheid en toch ook met een zekere trots terug op dat IMBA verleden. Samen met de 3 solotitels en de 7 zijspantitels heb ik 10 IMBA titels en ik denk dat het nog steeds een unicum is binnen de IMBA.
Indien ik de 2 jaar WK niet had gereden, wie weet had ik er nog ééntje meer kunnen halen?
Natuurlijk besef ik dat wereldtitels terecht hoger staan aangeschreven, maar eender welke titel behalen vergt toch heel wat inspanning, wilskracht, karakter en doorzettingsvermogen van de rijders en iedereen betrokken in het functioneren van het team. Je hebt daar zeker de hulp voor nodig van je familie en helpers. Dat waardeer ik ten zeerste de inzet van al deze mensen, want dat vroeg opofferingen. Het was niet altijd makkelijk, er waren tegenslagen die dan weer moesten overwonnen worden. Hier en daar waren er ook wel eens meevallers. Het bracht overwegend toch plezier en bijzondere niet alledaagse belevenissen in het leven die steeds in mijn herinneringen bewaard blijven. Eigenlijk als je er nu op terug kijkt, is dat ook met iets van verwondering over hoe dat allemaal kon lukken.
Wat sterk heeft bijgedragen aan de prestaties is dat ik mij voor meer bijzondere wedstrijden, vooral de IMBA, nog beter kon motiveren en er al wat mogelijk was voor deed om die wedstrijden voor te bereiden. Bijvoorbeeld de preparatie van de motor werd dan nog met meer aandacht zo goed als kon uitgevoerd. Vele IMBA wedstrijden werden ook verreden op harde omlopen in het buitenland, die beter pasten bij mijn meer technische rijstijl.
6 maal Belgisch Kampioen BLM 1990, 1991, 1994, 1995, 1996, 1997, weer weinige die deze palmares bijeen crosste ?
Ja ben ik ook gelukkig mee. Waren vaak hard bevochten titels omdat er talrijke sterke zijspanteams bij BLM reden. De startvelden waren toen bijzonder goed gevuld, met soms tot een dertigtal zijspannen. Als je dan vanop de 2de rij of met een minder gelukte start moest terug komen dat was zeker niet evident. Ik denk bijvoorbeeld aan 1994. Toen waren er een tiental potentiële winnaars bij de zijspannen.
Zeker tevreden met de Belgische titels want dat ontbrak nog, omdat ik in mijn solotijd er nooit in lukte om de Belgische titel te behalen. Vaak minder technische circuits die me niet lagen had daar zeker mee te maken, maar ook dat mijn prestatieniveau bij de solo volgens mij over het algemeen toch iets lager lag dan vergeleken met de zijspancross.
Zelfde verhaal ook als bij de IMBA. Voor de proeven kon ik meestal meer motivatie en voorbereiding opbrengen. Het teamwork was er zoals steeds ook even belangrijk voor.
Je werd 2 maal FAM Kampioen bij de zijspannen namelijk in 1994 en 1997, verliep het in deze wedstrijd het dan minder?
Bij de FAM wedstrijden bij de zijspancross had ik af en toe met pech af te rekenen en kon ik enkele jaren ook niet deelnemen. Toch 8 podiumplaatsen behaald. Een overzicht.
1988: één van de 3 wedstrijden geen punten door lekke banden in Weris. Toch nog 3de in de eindstand.
1989: 3de. Ondanks ontwricht sleutelbeengewricht na een val halfweg het seizoen.
1990: geen deelname FAM wegens communiefeest van mijn zoon op eerste FAM.
1991: sleutelbeen gebroken net voor eerste FAM. Verder geen deelname.
1992 en 1993: WK en dus geen deelname FAM mogelijk.
1994: 1ste
1995: valpartij en nulscore in St Lenaerts. Eindstand 3de.
1996: motorpech en nulscore in Walcourt. Eindstand 3de.
1997: 1ste.
1998: 4de . Eerste FAM gestart met invaller bakkenist Schoppé zonder voorbereiding.
1999 en 2000: 5de.
2001 en 2002: 3de.
2003: 10de.
2004: 2de.
2005: 9de. Op einde seizoen zware oogkwetsuur opgelopen in de garage. Daardoor laatste FAM niet kunnen deelnemen en kans op podiumplaats niet kunnen verdedigen.
2006: 2de en laatste FAM cross (van het seizoen en van mijn zijspancross) nog gewonnen.

(Foto Okegem 2001 Nuyts-Pyra)

Je sloot je zijspan carrière af in MCLB van 2000 tot 2006, echter een titel zat er hier helaas net niet in.
Wel werd je vijf keer 2de in het kampioenschap en paar keer derde, botste je daar op oa een sterke Jan Goethals-Dimitri Vandeursen?
Vanaf 1998-1999 bleek het dat ik over mijn top heen was en werd natuurlijk ook al wat ouder vergeleken met de toppers toen. Na het stoppen van Danny Goethals had ik in 1999 met Benny Van Den Bulck gereden maar die ging dan naar Govaerts. Persoonlijk was ik de zware omlopen van BLM ook beu en aangezien ik geen bakkenist had wou ik eigenlijk te stoppen.
Maar op aandringen van mijn vader ging ik een keer trainen met Leo De Feyter en we gingen in 2000 toch van start maar in MCLB. Daar kreeg ik ook wat meer financiële ondersteuning en deden we toch verder. We wonnen tot mijn verbazing enkele wedstrijden maar kwamen te kort tegen de top zijspannen in MCLB voor de titel, waarin we 3de eindigden.
In 2001 alweer met een nieuwe co-rijder met name Gunther Pyra in de MCLB en het lukte terug beter. We reden een sterk seizoen met harde duels vooral met Vanhoutte en haalden verschillende zeges. Maar moesten opboksen tegen de niet altijd sportieve teamstrategie van beton De Clercq. We waren niettemin ernstig titelkandidaat en enkel een val met kwetsuur tot gevolg besliste er anders over. We hadden enkel nog een 3de plaats nodig in de laatste reeks om de titel te halen. Maar die laatste reeks van de laatste proef ging het in de start mis. Titelconcurrent Vanhoutte reed in de eerste bocht na de start het stuur uit mijn handen met grote val voor ons tot gevolg. Met de nodige pijn probeerden we nog enkele ronden te rijden, maar ik geraakte in ademnood en moest gedwongen opgeven. Ik werd overgebracht naar het ziekenhuis in Ieper waar een klaplong werd vastgesteld. Dus in plaats van de titel kreeg ik enkele dagen een plaats in het ziekenhuisbed. Eindstand kampioenschap 2de.
In 2002 reden we opnieuw een sterk seizoen maar was het Jan Goethals-Dimitri Vandeursen die de titel haalden. Dus weer 2de in het BK MCLB en opnieuw 3de in het FAM Kampioenschap.
In 2003 lukte het iets minder goed en werden we in MCLB derde na Danny Vanhoutte-Dagwin Sabbe en Goethals-Vandeursen.
In 2004 met Christian Goossens reden we opnieuw een goed seizoen met meerdere overwinningen en 2de plaats in het BK MCLB na Vanhoutte-Vanparijs. Eveneens 2de in FAM Kampioenschap.
2005 wordt er team gevormd met Jean-Pierre Loos. Op het einde van het seizoen zijn we nog titelkandidaat maar gaat het mis in mijn werkhuis. Ik geraakte bij het werken aan de motor ernstig gewond aan het linkeroog doordat een scherpe metalen scherf binnen in het oog terechtkomt na de slag met een hamer op een doorslag. Ik ben onmiddellijk blind aan dat oog en werd de volgende dag dringend geopereerd in Leuven waar men er wonderlijk in slaagt om het oog te redden, zij het met enige blijvende hinder. Maar zoals de oogarts het toen zei, dat is zoals klagen over een gebroken been als je van de kerktoren naar beneden springt. Hij beweerde dat ik de lotto gewonnen had door mijn oog te behouden. Dus niet klagen dan maar. Het betekende dat ik de laatste proef BK en FAM natuurlijk niet kon rijden. Nog 2de in het BK na Sonny Vannieuwenhuyse-Dagwin Sabbe.
In 2006, op 51-jarige leeftijd, reed ik mijn laatste jaar als sidecarpiloot samen met de ervaren Bart Verbrugghe als bakkenist. We werden terug vice kampioen na het duo Vanhoutte-Vanparijs. Dat laatste jaar wonnen we nog 11 wedstrijden en werden eveneens 3de in het FAM Kampioenschap. In Grobbendonk op 22 oktober konden we de overwinning nog behalen in de laatste FAM-proef. En de zondag daarop konden we mijn laatste cross ook nog afsluiten met de overwinning.
In 2007 op de GP in Neeroeteren nog één keer gereden heb met Bart Verbrugghe in de nevenreeks. We werden er met een geleende BSU-KTM viertakt 7de.
Ik heb ook enkele crossen met een geleende motor nog heb gereden bij de “mechaniekerscrossen”, o.a. in 2007 in Pulderbos met Danny Goethals en later met Leo De Feyter in de jaren 2009 tot 2012.
Dank en Respect voor materiaal en helpers
Eddy reed met volgende zijspancombinaties:
Begin 1988 met VMC-HONDA. Rest van 1988 en 1989 met EML-JUMBO.
Van 1990 tot en met 2003 EML-ZABEL.
2004 tot 2006 met VMC-ZABEL.
Ik had het geluk om steun te mogen ontvangen van mijn ouders, verschillende motorclubs, een aantal materiaalsponsors en mijn laatste jaren ook van teams. In de loop der jaren verschillende, in dit kader teveel om op te sommen. Dit maakte het onkostenplaatje wat minder. Daarvoor ben ik deze allemaal zeer erkentelijk.
Ik verzorgde de publiciteit van de sponsors zo goed ik kon en onderhield ook de sociale contacten met deze personen. Zodoende kon ik blijven rekenen op deze ondersteuning.
Mijn vader was mijn grootste steun. Hij was echter hartpatiënt en vooral op de sukkel de jaren dat ik GP reed. Toen kon hij er vaak niet bij zijn omwille van gezondheidsproblemen. In 1994 kreeg hij een ruilhart en ging het nadien terug wat beter, ondanks vele onderzoeken en nevenverschijnselen. Hij kon de IMBA periode er terug bij zijn ook in het buitenland. We genoten van die buitenlandse trips. Hij zorgde samen met mijn moeder ook voor de “logistiek”. Regelmatig reden zij samen naar Zabel (in Oost-Duitsland niet ver van Berlijn). voor onderdelen voor het blok. Of naar Nederland voor afhalen materiaal bij de sponsors. Mijn vader overleed in 2007, het eerste jaar dat ik gestopt was met de cross. Cross was ook zijn leven.
In oktober 1988, dus op het einde van mijn eerste seizoen bij de zijspannen, begon ik aan de opleiding politieagent. Dus oefende ik dat beroep uit in praktisch heel mijn zijspancrosstijd. De combinatie was niet altijd makkelijk. De meeste van mijn verlofdagen besteedde ik aan de motorcross. Dus op vakantie naar het buitenland dat zat er praktisch nooit in. Praktisch alle tijd ging in de motorcross. Door weekenddiensten moest ik geregeld crossen missen. Ik moest ook vaak regelen en wisselen met collega’s om te kunnen rijden. Vaak ging ik na een nacht shift (niet geslapen tijdens de shift, in tegenstelling tot wat velen denken) toch nog crossen. ’s Morgens thuis komen, een andere broek aantrekken en naar de cross. Mijn helpers waren al vroeger vertrokken met de camionette en hadden alles al klaar staan. Meestal miste ik dan de training, deed 1 oefenrondje en dan de wedstrijd in. In de wedstrijd met de spanning en adrenaline kon ik me goed concentreren maar tussen de reeksen door was ik wel moe. En ’s avonds thuis dan was ik kapot.
Ik had wel wat helpende handen om het zijspan te onderhouden. Maar toch was het enkele avonden per week vrij laat in het werkhuis. Vooral maandag en donderdag was het vaak 2 uur ’s nachts. Mijn week zag er doorgaans zo uit (behalve als ik andere shiften moest draaien). Maandagavond de moto kuisen en demonteren wat nodig was. Dinsdagavond naar de fitness en als het nodig was (wat regelmatig voor kwam) bracht ik het blok naar Fons Van Opstal voor onderhoud of reparatie. De Zabel bleef meestal slechts 2 à 3 crossen in mekaar zonder demonteren (bij BLM dan, in de GP nog minder). Woensdagavond ander werk. Zoals b.v. vering onderhouden (ik heb vanaf 1983 steeds mijn eigen schokdempers gereviseerd en afgesteld). Donderdagavond fietstraining en daarna met de helpers het zijspan terug zo ver mogelijk monteren. Vrijdagavond eventueel andere klussen of anders rust. Zaterdag laatste werkjes en voorbereidingen (bv benzine, camionnette in orde zetten,…) opladen en meestal ’s avonds naar de cross vertrekken (tenzij ik nog moest werken natuurlijk). Zondag wedstrijd. En zo verder een heel seizoen.
Ik wens al de bakkenisten waarmee ik gereden heb bedanken voor hun inzet.
Tevens ben ik mijn ouders, mijn vrouw en al de helpers die in de loop der jaren zich hebben ingezet voor ons team ook enorm dankbaar.
Palmares van Eddy in de zijspancross
1989 Eddy Nuyts / Wilfried Somers België BLM
1990 Eddy Nuyts / Perry van Geloven België – Nederland BLM
1991 Eddy Nuyts / Wilfried Somers / Perry van Geloven België – Nederland BLM
1994 Eddy Nuyts / Danny Goethals België BLM
1995 Eddy Nuyts / Danny Goethals België BLM
1996 Eddy Nuyts / Danny Goethals België BLM
1997 Eddy Nuyts / Danny Goethals
1988 tot 1991: BLM zijspan.
1988: met Perry Van Geloven (NL) in het zijspan.
– 2° plaats Belgisch Kampioenschap
– 3° plaats FAM
(Tweede knieoperatie).
1989: met Perry Van Geloven (NL) in het begin van het seizoen gekwetst geraakt, nadien vervangen door Wilfried Somers in het zijspan:
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA
– 2° plaats FAM.
1990: met Perry Van Geloven (NL) in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
1991: met Perry Van Geloven (NL) in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
– 1° plaats Strandrace Scheveningen.
(Ondanks sleutelbeenbreuk in het seizoen. Mits operatie slechts 2 weken niet gereden).
1992 tot 1993: BMB Zijspan + WK.
1992: met Perry Van Geloven (NL) in het zijspan
– 12° plaats FIM Wereldkampioenschap (beste uitslag = 3de in GP België).
– 2 ° plaats BMB Belgisch Kampioenschap
– 1° plaats strandrace Hoek van Holland.
1993: met Gunther Verbrugge in het zijspan (de broer van Sven).
– 24° plaats FIM Wereldkampioenschap.
(Zware schouderkwetsuur dat seizoen).
1994 tot 1999: BLM (VLM) Zijspan.
1994: met Danny Goethals in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 1° plaats FAM Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
(Ondanks armbreuk in het voorseizoen).
1995: met Danny Goethals in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 3° plaats FAM Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
(derde knieoperatie)
1996: met Danny Goethals in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 3° plaats FAM Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
1997: met Danny Goethals in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 1° plaats FAM Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
(Ondanks sleutelbeenbreuk één week voor een IMBA GP. Mits operatie toch gereden!).
1998: met Danny Goethals begonnen die armbreuk opliep in het begin van het seizoen, tijdelijk met Eddy Schoppé en Benny Van Den Bulck als vervanger gereden. Op het einde van het jaar terug met Danny Goethals.
– 3° plaats VLM kampioenschap.
– 4° plaats FAM kampioenschap.
– 3° plaats IMBA kampioenschap.
1999: met Benny Van Den Bulck in het zijspan.
– 5° plaats VLM kampioenschap.
– 5° plaats FAM kampioenschap.
– 3° plaats IMBA kampioenschap.
2000 tot 2006: MCLB zijspan.
2000: met Leo De Feyter in het zijspan.
– 3° plaats MCB kampioenschap
– 5° plaats FAM kampioenschap
2001: met Gunther Pyra in het zijspan.
– 2° plaats MCB kampioenschap
– 3° plaats FAM kampioenschap
2002: met Gunther Pyra in het zijspan.
– 2° plaats MCLB kampioenschap
– 3° plaats FAM kampioenschap
2003 met Gunther Pyra in het zijspan (einde seizoen met Christiaan Goossens)
– 3° plaats MCLB kampioenschap
2004: met Christiaan Goossens in het zijspan.
– 2° plaats MCLB kampioenschap
– 2° plaats FAM kampioenschap
2005: met Jean-Pierre Loos in het zijspan.
– 2° plaats MCLB kampioenschap
Oogkwetsuur Eddy eind augustus maakte voortijdig einde aan het seizoen.
2006: met Bart Verbrugghe in het zijspan.
– 2° plaats MCLB kampioenschap
– 3° plaats FAM kampioenschap
– laatste wedstrijd op 29/10/2006 gereden en gestopt met motorcross.
Voor de statistieken (als ik goed geteld heb):
Totaal aantal wedstrijden gereden tot 31/12/2006: 1.510.
Gewonnen wedstrijden: 347.
– 3 maal IMBA Kampioen solo: 1981, 1982, 1986.
– 7 maal IMBA Kampioen zijspan: 1989, 1990, 1991, 1994, 1995, 1996, 1997.
10 IMBA titels in totaal en zowel in solo- als zijspanklasse: beide zijn unicums tot nu toe!
– 2 maal FAM Kampioen zijspan: 1994, 1997.
– 6 maal Belgisch Kampioen BLM zijspan: 1990, 1991, 1994, 1995, 1996, 1997.
– 2 maal Strandrace gewonnen: 1991, 1992.
Buiten de vermelde titels, zijn er nog 32 podiumplaatsen behaald in Belgische en Europese Kampioenschappen.
(Tekst Luc Driesen/Eddy Nuyts/Uitslagen BMB  Gilbert Bruynooghe/Marnix Vanslembrouck)
Tekst : Eddy Nuyts 24 april 2020

In Memoriam : MC Maasland Voorzitter Robert Lindekens

Vandaag melden we helaas het overlijden van voorzitter MC Maasland Neeroeteren Robert Lindekens.
Robert nam na het overlijden Jef Schrijvers de fakel over als voorzitter.
Daarnaast was hij ook de oprichter van CNC Service Lindekens Evens.
Na een campingtrip welke de passie was van Robert werd hij begin maart ziek en opgenomen in het ziekenhuis met Corona, na enkele weken werd hij overgebracht van Limburg naar Gent.
Robert is maandag in de vooravond overleden te Gent, één dag na zijn 67ste verjaardag.
De mooie momenten die we tijdens de eigen GP’s beleefde met hem blijven ons in het geheugen.
Na het overlijden van zoon Bart paar jaar geleden weer een heel harde slag voor Elza en Mieke.
Wij wensen namens ons ganse smxpics.be team Elza, Mieke en familie en vrienden zeer veel sterkte toe in extreme zware dagen.
(Plaatsing na overleg met Elza)

Interview met 10 voudig IMBA kampioen Eddy Nuyts (deel 1)

In deze rustige weken met gebrek aan onze sport gingen we op zoek naar onze sponsoren en zijspan rijders.
Gewapend met vragen om u van een spraakmakend interview aan te bieden, in een eerste luik kregen we reeds rijder Gert van Werven aan het woord, Sponsor Woolstreet Journal werd de eerste sponsor in de kijker.

Vandaag krijg je het verhaal in geuren en kleuren van niemand minder dan 10-voudig IMBA kampioen EDDY NUYTS.
Eddy wist ons uit gebreid te beantwoorden vanaf hij met motors in aanraking kwam tot zijn laatste meters.
Heel veel leesvoer (lees 11 bladzijden) voor de gedreven zijspan fanaten, om die reden delen we dit interview ook op in 2 delen (overmorgen deel 2). 

Foto’s ons aangeleverd van zijn carrière door Eddy klik u HIERZO

Voor het eerste deel kijk onder deze foto !


Je begon op een solo te crossen in 1970 in BLM met een tussenstop van 1976 tot 1979 naar BMB Inters in de destijds de “gouden” jaren van de motorcross BMB.
Je streed er met verschillende Belgische wereldkampioenen en fabriekspiloten zoals o.a. Roger De Coster, Harry Everts, Gaston Rahier, André Malherbe
Nadien ging je terug naar BLM waar je nog verschillende titels behaalde in je solocarrière?
Als kleine gast vergezelde ik mijn vader steeds naar zijn wedstrijden in België en buitenland. Eind jaren 50 herinner ik mij eigenlijk niets van, maar vanaf 1962 toen mijn vader Arthur bij de zijspannen in BMB reed herinner ik mij veel. Toen had BMB vele Belgische wedstrijden voor zijspannen. Op foto’s uit die tijd zie je het enorme aantal publiek op de wedstrijden en daar liep ik als kleine gast tussen! Op vele wedstrijden reden ook de solo internationalen met vele bekende namen van toen zoals Joël Robert enz. Ook daar stond ik met bewondering naar te kijken. Dus ik groeide op met de cross en wou niets liever dan het zelf te doen. Ik crosste veel met mijn fietsje. Jeugd motorcross bestond toen spijtig genoeg nog niet. Daar hadden ze mij niet kunnen afhouden! Maar op vrij jonge leeftijd (ik was ongeveer 6 jaar oud toen) knutselde mijn vader wel een klein baanmotortje ineen met zijwieltjes er aan in het begin, net zoals mijn kleine kinderen leert rijden met fietsjes met zijwieltjes. En met dat motortje reed ik rondjes in de tuin en later rond de garage in Zandhoven. Ik herinner mij ook de eerste keer dat mijn vader mij leerde rijden zonder wieltjes in een bos. Bij de eerste bocht ging het al fout en reed ik pal op een boom. Maar al gauw lukte het wel. Enfin ik wou dus absoluut gaan crossen.
 
In 1969 had ik een oude Greeves 250 cc nog met schommelarm voorvork om rondjes rond het huis te rijden. Mijn vader zal mijn gezaag beu geweest zijn en in juni 1969, net geen 14 jaar oud (er werd creatief omgesprongen met mijn vergunningsaanvraag), startte ik mijn eerste echte wedstrijd bij BLM te Oostmalle. Later volgde een tweedehands Husqvarna. Ik reed slechts enkele keren mee in 1969. Maar vanaf 1970 was ik er steeds bij. Dat jaar enkele crossen junior en daarna senior. En vanaf 1971 als 16-jarige reeds bij de Internationalen BLM. Laatste jaar BLM in 1974. Ik won vaak, maar eindigde meermaals 2de in het Belgisch kampioenschap en geen enkele keer eerste. Vaak moest ik opboksen tegen oudere, meer ervaren en sterkere rijders die terugkeerden uit BMB.
 
In 1975 werd de stap gezet naar de BMB seniors. Vanaf 1976 tot 1979 bij de Internationalen BMB met vele grote internationale wedstrijden met deelname van de Belgische en buitenlandse wereldtoppers. Niet gemakkelijk tegen het grote aantal fabrieksrijders van wereldklasse en een groot aantal Belgische vergunninghouders. Vaak moesten er kwalificaties gereden worden op de grootste wedstrijden om te kunnen deelnemen! Een harde maar toch zeer interessante tijd om mee te maken.
In 1975 in Jamioulx België. Ik werd ingedeeld in de Belgische B-ploeg omdat ik in de voorafgaande toekomstbeker in Italië niet goed gescoord had. Zie hier onder.
Enkele weken daarvoor zat ik ook in het Belgisch team voor de Beker der Toekomst in Maggiora, Italië. Persoonlijk had ik wat tegenslag: eerste reeks steen in oog (zonder bril moeten rijden door de modder, rolloff bestond nog niet), 2de reeks voorwiel stuk en trager moeten rijden. Daardoor mijn individueel resultaat niet zo goed 17de,, maar het team won wel.
Het jaar daarop, dus 1976 mocht ik weer meedoen in de Toekomstbeker in Maggiora, Italië. Toen haalde ik individueel een 2de plaats achter Jean-Jacques Bruno, een Franse GP rijder die verscheidene jaren fabrieksrijder was en topper in de GP. Dus dat was nog wat beter. Bovendien was mijn 250 cc Maico niet snel genoeg in dat veld met toekomstige kampioenen en diende ik telkens vanuit de groep te remonteren. Eén van mijn supergoede wedstrijden was dat. Het team werd toen 3de omdat Vromans uitviel.
Eddy werd hier derde,

In België mocht ik in 1976 niet meedoen omdat ik te oud was voor deelname volgens de regels voor het Belgische luik.
Na een zware knieoperatie eind 1979, ook doordat mijn vader toen zijn eerste zware hartinfarct opliep, terug gekeerd naar BLM in 1980. Na de operatie had ik een zeer zware infectie in de knie en het volledige been. Dat scheelde niet veel of het was fout gelopen. De knie leverde me vanaf toen al problemen op en is nooit meer goed gekomen. Dat werd enkel maar slechter in de loop der jaren. Ik reed solo bij BLM tot en met 1987. Ik was altijd een meer technische rijder. Daardoor was ik blijkbaar sterker in de IMBA wedstrijden waar meer op harde banen werd gereden. Op de Belgische zware omlopen in BLM ging het vaker wat minder, alhoewel ik op mijn goeie dagen ook op minder technische omlopen kon winnen.
Ik kon 3 solo IMBA titels bij de internationalen 500 cc behalen in 1981, 1982 en 1986.
Verder nog volgende podiumplaatsen:
1980 3de in FAM Kampioenschap bij de Inters 250 cc.
1982 3de in FAM Kampioenschap bij de Inters 500.
1983 2de in IMBA Kampioenschap en 3de in FAM Kampioenschap bij de Inters 500 cc.
1984 2de in IMBA Kampioenschap en 3de in BLM Kampioenschap bij de Inters 500 cc.
1985 3de in IMBA Kampioenschap Inters 500 cc.
1987 5de IMBA Kampioenschap Inters 500 cc.
 
In 1988 stapte je over naar het zijspan gebeuren, hoe verging je eerste jaar op een zijspan, of had je al is de kans gekregen om te proberen?

Ik had altijd ook al interesse in het zijspancrossen maar keek steeds op tegen het probleem een goede bakkenist te vinden. Ik volgde het zijspancrossen vanzelfsprekend. Destijds in BMB was ik lid van de club KAMV Mortsel met clublid Lea Maes, fanatiek supporter van Peter Herlings, maar ook fervent voorstander van zijspancross. De club organiseerde trouwens vele GP zijspan. Lea Maes probeerde mij diverse keren over te halen om met zijspancross te starten. Misschien had ik haar raad eerder moeten opvolgen want ik denk te mogen zeggen dat ik blijkbaar meer aanleg had voor de zijspancross gezien mijn latere resultaten.
Vooraleer ik in 1988 begon met zijspancrossen had ik al iets ervaring op een zijspan. Zoals gezegd had ik vele wedstrijden als jonge gast bekeken en gezien hoe de goede zijspanteams uit die tijden het deden. Ook reed ik al eens met het zijspan van mijn vader als dit moest gerodeerd worden.
Zo heb ik nog een leuke anekdote van de KNMV winterwedstrijd in Meijel op 11 januari 1976. Mijn vader en ik reden toen BMB en namen beide deel aan die wedstrijd, hij bij de zijspannen en ik bij de Inters solo. Mijn vader was toen bezig aan zijn 2de laatste seizoen en op de zware zandwedstrijden lukte het niet meer zo goed. Na zijn eerste reeks wilde hij niet meer starten in de tweede reeks. Mijn solowedstrijd was al achter de rug en we kwamen met het plan dat ik de tweede reeks bij de zijspannen zou starten. Ik ging bewust zeer laat naar de start zodat ik niet zou herkend worden en startte bij de laatsten. Toch zou ik de reeks uitrijden en zelfs binnen de top 10 eindigen in het KNMV gezelschap!
Later dat jaar tijdens de snikhete GP zijspan in Kessel op 27 juni 1976 reed ik met het zijspan zelfs eens mee tijdens de oefeningen. Hoe dat allemaal toen lukte weet ik niet meer, maar ik denk dat Lea Maes dat fixte. Misschien had ik toen naar haar moeten luisteren en moeten doorgaan met het zijspan?

Verder deed ik ook al wat ervaring op tijdens de eindejaars “mechaniekers” crossen bij BLM in 1980, en later nog in 1984, 1985, 1986 en 1987. In het begin met het geleende viertakt zijspan van Karel Claessens en nadien van Karel Berghmans. Vanaf 1986 had ik mijn eigen zijspan een lichte ééncilinder EML-Honda.
Eind 1987 tijdens de mechaniekerscross in Vosselaar, geraakte mijn bakkenist René Szott gekwetst. Hij was de bakkenist van mijn vader in de jaren 70. Ik wou toch nog graag de tweede reeks rijden en we lieten omroepen of er een kandidaat bakkenist aanwezig was. Toen kwam een zekere Perry Van Geloven naar mij toe en wou mee rijden. Hij had ook al ruime ervaring als bakkenist in Nederland bij diverse rijders. Dat was eigenlijk de aanleiding voor mij om definitief te starten bij de zijspannen het jaar daarop. Want het rijden tijdens die tweede reeks ging super. Ik had het gevoel bijna alsof ik met een solo reed doordat deze jonge ervaren bakkenist natuurlijk grote positieve invloed had op het besturen van het zijspan. We reden die winter nog diverse mechaniekerscrossen en reden ook de kleine winterserie mee in Nederland op het circuit in Wijchen en dat verliep allemaal uitstekend.
Zodus gingen we van start in de BLM zijspanreeks met Perry Van Geloven op een Honda VMC. Enkele weken voor het seizoen begon moest ik echter nog plots een operatie aan de reeds gehavende knie ondergaan want ik kreeg er teveel pijn aan. Trouwens die knie berokkende mij altijd meer last op een zijspan dan op een solo, omdat je op een zijspan lager zit en constant zit te draaien op uw kniegewrichten.
Dus de voorbereiding was kort voor het seizoen 1988 maar toch draaiden we onmiddellijk mee vooraan. We konden onmiddellijk enkele podiumplaatsen behalen en de eerste overwinning lukte op 20 maart 1988 in Lummen-Genebos. Maar het ging ook enkele keren mis met valpartijen. En het standaard Honda blok was toch ook wat min. Op aandringen van mijn vader gingen we dan eens testen met een EML-JUMBO. Hij wou absoluut dat we daar gingen mee rijden en het verzoek van mijn voornaamste sponsor was natuurlijk doorslaggevend. De Jumbo had veel vermogen maar ook door zijn zware gewicht was het zijspan moeilijker te rijden voor zowel rijder als bakkenist in de hindernissen en bochten. Veel vermoeiender allemaal. Er waren ook enkele nadelen en ik had de afstelling van het chassisgedeelte toen nog niet volledig onder de knie. Maar de resultaten werden beter en beter en we konden veel wedstrijden winnen.
De Belgische titel BLM verloren we zeer nipt aan Eddy en Ludo Somers. We hadden gelijke punten maar Somers had een reeksoverwinning meer.
In het FAM kampioenschap werden we 2de . We werden de eerste FAM wedstrijd te Hamont 2de en wonnen de laatste in Virginal, maar vielen uit met lekke banden in de tweede FAM te Weris.
In het regelmatigheidscriterium van BLM werden we wel eerste.
En we waren met de podiumplaats in het kampioenschap ook gekwalificeerd voor deelname aan de IMBA in 1989 wat een belangrijk doel was voor mij persoonlijk.
Dus dat eerste jaar zijspan was eigenlijk goed verlopen. 

Je startte met de Nederlander Perry Van Geloven en behaalde verschillende titels in de eerste jaren zoals oa IMBA kampioen, na een paar jaar besloot je uw kansen te verdedigen in BMB en het Wereldkampioenschap?

In 1989, na kwetsuur van Perry Van Geloven, kon ik met bijrijder Wilfried Somers de eerste IMBA titel behalen. In 1990 en 1991 lukte het met Perry Van Geloven ook  om de IMBA en BLM titels te behalen. Ik was ondertussen al 36 jaar. Na de succesvolle jaren in BLM en winst in de strandrace Scheveningen in 1991, besloten we in samenspraak met bakkenist en helpers in het team om het te gaan proberen in de GP. Een droom voor vele goede amateurrijders.
In 1992 startten we dus in de GP. Toen was het niet zo makkelijk. Het was door de bonden verboden om BMB-FIM te combineren met BLM of andere liefhebbersbonden. Heden is dit allemaal veel opener en dat is beter voor de rijders. Want toen in 1992 en 1993 waren er praktisch geen wedstrijden voor zijspanen in België bij BMB. En in het buitenland mocht je ook zo maar niet deel nemen. Enkel wanneer je een contract kreeg van de buitenlandse inrichtende club. En dat was niet evident als relatief onbekende rijder. Ook voordat het seizoen begon bij FIM mocht je niet starten in de liefhebbersbond. Voor mij een nadeel omdat ik wedstrijdritme nodig had om te groeien naar een goeie motorconditie. Ik heb daarvoor vooral wedstrijden nodig omdat ik dat met geen enkele training (noch fysieke, noch met de motor) kan bereiken. Dus gebrek aan wedstrijden beschouwde ik voor mij toen toch zeker een nadeel.
Niettegenstaande dat begonnen we goed aan 1992 met overwinning in de tweede wedstrijd bij KNMV in Nederland in Gemert. Later konden we bij de KNMV enkel starten vanop de 2de startrij omdat in het NK de Nederlandse rijders voorrang kregen en wij telkens achteraan moesten aansluiten voor de start! Hier en daar kon ik eens een wedstrijd meepikken in Duitsland of Frankrijk, maar zeer weinig.
De GP dan. Toen was het voor mij althans een zwaar programma. Op zaterdag 2 vrije trainingen, dan tijdtraining voor kwalificatie voor de GP. Als je daarin lukte dan volgde weer een tijdtraining voor de startopstelling op zondag. Zondag dan nog een vrije training en daarna de GP over 3 reeksen.
In 1992 konden we ons de eerste GP in Orehova Vas in Slovenië kwalificeren. De eerste reeks ging het mis in de start door een aanrijding met gevolg een afgebroken schokbreker. Maar de 2de en 3de reeks konden we punten behalen. Maar al gauw bleek dat het tijdrijden voor mij een sterke handicap was. Ik kon een goed wedstrijdtempo een hele reeks aanhouden, maar in de tijdtraining 2 seconden sneller rijden met de nodige risico’s dat kon ik meestal niet. Dus Meestal met een mindere tijd een slechte startopstelling en dat in een zeer competitief veld van 30 zijspannen was  een enorm nadeel. In de tweede GP in Markelo Nederland, kon ik me enkel als reserve kwalificeren met een 16de tijd in mijn groep. In de daaropvolgende tijdtraining voor de startopstelling kon ik raar maar waar uit de 32 teams ook de 16 de tijd rijden! Maar zondag kon ik enkel de 3de reeks starten. Ik kon wel op de eerste rij vertrekken en na een goede start finishten wij als 6de. De zondag daarna volgde de GP in Betekom België. Weer op het nippertje gekwalificeerd, maar een betere tijdtraining voor de startopstelling. Telkens op de eerste startrij gestaan. Eerste reeks van een 15de plaats terug gekomen naar de 7de. De tweede reeks 3de gefinisht en de 3de reeks als 5de. Dit leverde een 3de podiumplek algemeen! Mijn beste uitslag in de GP. Later bleek dat dit aan een zijden draadje heeft gehangen want we ontdekten na de wedstrijd een scheur in de drijfstang van de motor! Verder in het seizoen konden we regelmatig goed punten scoren en stonden op gegeven ogenblik als nieuwkomer op een 7de plaats in WK. Maar halfweg werd het wat moeilijker. Strubbelingen met een helper in het team zetten een domper op het seizoen en was niet goed voor de moraal. Ik begon door de zware belasting van de GP last te krijgen van pijnlijke ontstekingen in de polsgewrichten die we medisch niet konden oplossen. Dit maakte het rijden wat pijnlijker en moeilijker. Maar we bleven punten scoren. Ook enkele uitvallers gehad natuurlijk met lekke band of zoals in Duitsland waar onze achterrem tot 2 maal toe werd krom gereden opzettelijk. Nadien begonnen wij als eerste met een beschermbeugel te lassen op de achterbrug om de achterste remschijf te beschermen. Iets wat later door diverse constructeurs ook werd toegepast. Maar er waren ook sterke GP zoals in de modder in Engeland een 5de plaats. De verplaatsing naar Oekraïne dat jaar was een avontuur op zich. Ook speciaal. Voor de laatste GP stonden we nog steeds 9de. Maar een val in de training met hersenschudding voor mij leverde enkel een reserveplaats op. Enkel de 3de reeks konden we starten en ook nog punten scoren. Maar we kwamen bij de eindafrekening 3 punten te kort om top tien te eindigen en de 12de plaats in de eindrangschikking in het WK was voor ons.
Dat jaar in het Belgisch Kampioenschap BMB werden we vice kampioen van België na Eddy Ramon-Gino Strubbe. Tevens konden we de overwinning behalen in de laatste Veronica Strandrace, dit maal in Hoek van Holland.
Bakkenist Perry Van Geloven stopte eind 1992. Hij had nog altijd te veel problemen met een pijnlijke pols. Daarom in 1993 op zoek naar een andere bakkenist en nog maar eens een volledig GP seizoen gepland met ditmaal Gunther Verbrugge in het zijspan. In het begin van het seizoen konden we een internationale wedstrijd in Frankrijk winnen. Maar verder hadden we toch enkele aanpassingsproblemen aan het nieuwe chassis. Iets voor halfweg het seizoen begon het beter te lukken. Toen ging het echter mis. In de Belgische wedstrijd in Kester kwamen we ten val door een aanrijding met een Franse rijder met al een pijnlijke schouder voor mij tot gevolg. Maar in Oss begin juli ging het ernstig mis. Een zware valpartij leverde voor mij een zware schouderkwetsuur op. Na een dikke maand terug begonnen. In Westerlo geprobeerd maar had ik nog te veel pijn. Daarna wel terug gereden maar de aanhoudende pijn in de schouder belette mij om nog goed te presteren. We haalden meestal nog wel de kwalificatie en enkele punten en sloten het seizoen af een 24ste plaats in het WK. De beperkte wedstrijden van het BK kon ik niet rijden omwille van de schouderkwetsuur.
Hoe kijk ik terug op de deelname aan het WK? Het was in ieder geval een belevenis om het mee te kunnen maken en te ervaren hoe hard het WK wel is. De snelheid ligt hoog, vele omlopen zijn ook veel sneller en totaal verschillend van wat we kennen bij BLM. Er wordt tijdens de duels niet op een duw meer of minder gekeken. Het kost handenvol geld door de vele grote verplaatsingen maar ook omdat het materiaal meer lijdt en meer stuk gaat. Op de harde banen verslijt je per GP verschillende banden b.v. Je hebt een team nodig van gemotiveerde en bekwame helpers die bovendien ook nog eens de nodige tijd kunnen vrij maken. Om het te kunnen combineren met je werk moet je al je vakantiedagen er aan opofferen.
Voor mij persoonlijk vind ik het jammer dat ik het eerste jaar de top 10 miste door enkele tegenslagen. 12de plaats is echter niet verkeerd voor een nieuwkomer in de GP. Ik heb jammer genoeg moeten ervaren dat het in de GP moeilijker is om een goed functionerend en gemotiveerd team bijeen te houden. Er komt veel stress bij kijken omdat zo veel afhangt van de kwalificatie, niet alleen de startpositie maar ook de startvergoeding die welkom was voor de enorme kosten. 1993 was jammer genoeg een half mislukt jaar door mijn kwetsuur.
 
Ik had ook liever in het huidige systeem gereden met kwalificatiewedstrijd en langere reeksen. Ik denk dat dit mij beter had gepast. En ik had de GP ook met het perfecte team van 1994 tot 1997 wel eens willen meemaken. Maar dat was niet mogelijk. Ik denk ook dat ik al te veel last had van oude kwetsuren, de knie en ook de ontsteking in de polsgewrichten om op GP niveau optimaal te kunnen presteren. Dat is ook de voornaamste reden dat ik eind 1993 besliste om terug te keren naar BLM en IMBA. 
Je hebt ook is paar keer aan de gekende strandrace van Scheveningen deelgenomen en zelfs gewonnen, hoe was die ervaring ?
In 1990 opperde bakkenist Perry Van Geloven om eind van het seizoen deel te nemen aan de bekende Veronica strandrace in Scheveningen. Hij had al ervaring in die race met een andere rijder vroeger. Dat jaar reed ik al met de EML-ZABEL bij de wedstrijden in BLM, maar ik had de EML-JUMBO nog waar ik 2 seizoenen 88-89 mee had gereden. Die leek ons geschikt voor deze strandrace waar wel meer 2-cilinders werden gebruikt. Er werd weinig aan de motor veranderd. Enkel een andere filterkast met kleppen in de luchtinlaat. Die kon je wat dichter regelen met een hendel op het stuur om op het lange rechte stuk volgas de motor rijker af te stellen. Die filterkast had ik gekregen van Rein Van Gastel, een voormalig Nederlandse zijspanrijder.
Zo gezegd zo gedaan. We gingen vooraf eens trainen op een zandcircuit in de Rotterdamse haven en starten in Scheveningen. Je kwam daar toe de dag voordien en je kreeg een parkeerplaats toegewezen in de buurt van de vismijn. Trainingen waren er niet en je kon het circuit dus niet verkennen. Daarom reed ik ’s morgens vroeg met de mountainbike over de dijk om toch zo veel mogelijk van de omloop te kunnen zien. Vooral belangrijk als je met ongeveer 140 km over het strand naast de vloedlijn komt aangestormd en dan een paar grote S-bochten op hoge snelheid in het zand moet zien door te komen. Bovendien moest je opletten voor de strandpalen op het strand en de “wakken”, eigenlijk grote gaten gevuld met water. Dat kon je moeilijk zien van ver en was gevaarlijk door de hoge snelheid. Dan voor de start van het evenement moet iedereen met de motor en materiaal in het afgesloten rennerspark aanwezig zijn. Je mag daar niet meer uit. Indrukwekkend de grote groep van ongeveer 150 zijspannen. Je moest zeer vroeg beginnen oprijden naar de start, in feite in een file van zijspannen om er überhaupt tijdig te geraken. Na de eerste reeks zo snel mogelijk terug, benzine er in, vers luchtfilter, droog shirt en je kon weeral oprijden voor de 2de reeks. Behoorlijk stressvol. Eigenlijk zonder al te veel voorbereiding en onbekend met de wedstrijd, eindigden we de eerste reeks als 3de. De tweede reeks had ik problemen met de versnellingsbak en werden we 15de. Eindstand 7de.
We hadden de smaak te pakken en deden dit nog eens over in 1991 en 1992, deze keer met hulp van EML voor de afstelling van het motorblok. Ook met hulp van Wil Van Der Laan waarmee we samen gingen trainen opnieuw in Rotterdam. Hij zorgde voor de benzine en via zijn vriendin Marianne, die werkte voor Veronica, voor een goede startplaats. We hadden ook gezien het jaar ervoor dat je beter de frontplaat van het zijspan verwijderde voor minder luchtweerstand, dat scheelde in topsnelheid. Met de ervaring van het jaar voordien en de nog betere voorbereiding en preparatie konden we de beide reeksen van de wedstrijd in 1991 winnen. Bijzonder groot aantal toeschouwers, interviews, TV uitzending, podiumceremonie, behoorlijk indrukwekkend allemaal. Wat we voordien voor onmogelijk hielden, konden we toch realiseren. De wedstrijd winnen tegen de bekende specialisten van deze wedstrijd zoals een Jan Bakens en de aanwezigheid van een aantal wereldtoppers was fantastisch. In euforische toestand reden we toen terug naar huis.
In 1992 werd de wedstrijd gereden in Hoek van Holland. Een korter circuit, in feite iets meer gelijkend op een normaal zwaar zandcircuit met iets langer recht stuk. De eerste reeks werden we 2de achter Jan Bakens. De 2de reeks was het strijd tussen ons en meerdere teams zoals Jan Bakens-De Bresser, Eddy Ramon-Gino Strubbe, Eimbert Timmermans-Verhaegen, de broers Janssen. Met wisselende posities. We konden de 2de reeks nipt winnen en zo ook de eindstand. Het bleek de laatste Veronica strandrace te zijn.

Deel 2 van Eddy’s ervaringen in de zijspan sport kan je in de loop van deze week ook hier weer lezen !

 
(Tekst Luc Driesen/Eddy Nuyts/Uitslagen BMB  Gilbert Bruynooghe/Marnix Vanslembrouck)

Sponsor in de kijker: The Wool Street Journal

 Dagbladhandel “Het Ploegske” te Zoersel werd op 1 maart 1999 overgenomen door Peter en zijn vrouw Laila.
In 2010 werd er besloten om een deel van de winkel vrij te maken voor de passie van 1 van hen … namelijk breien.
Peter staat in voor de krantenwinkel met alles erop en eraan, terwijl Laila deskundige uitleg geeft aan de vele klanten in de breiwinkel.
Aangezien de naam noch naar een dagbladhandel, noch naar een wolwinkel verwees werd de naam gewijzigd naar The Wool Street Journal.
Hiermee worden beide activiteiten goed in de verf gezet.
De uitgebreide mogelijkheden kan je terug vinden op hun website https://woolstreetjournal.be/

Peter is in de jaren 90 begonnen met de zijspansport.
Het plezier in de sport primeerde waardoor Peter in de beginjaren bij verschillende rijders in het bakje stapte.
Hierdoor raakte hij nog meer gebeten door het “goede” zijspanvirus en werd hij de vaste bakkenist van zijn toenmalige maat Frank Bogaarts.
Gedurende verschillende jaren werd er gestreden op de wedstrijden binnen de Limburgse federatie VBM.
Omdat de overname en de uitbouw van de zaak steeds meer tijd in beslag nam, stopte Peter met het bakkenisten leven.
Na een 8-tal jaren werd de passie terug opgenomen aan de zijde van Frank Van der Haeghen en dit in MCLB waar beiden heel wat mooie jaren beleefden. Na veel plezier en kop startjes en mooie uitslagen (denken we maar aan de modderige reeks-overwinning in Pamel) stopte Peter zoals gepland aan het einde van 2018.
Je kan Peter nog bijna wekelijks terugvinden op de vele MCLB wedstrijden, dit onder meer als trouwe sponsor van MCLB zijspan piloot Maxime Van der Haeghen.

Ook Gooikt genoodzaakt af te gelasten door Covid-19 maatregelen

Geachte vrienden,

Sinds midden maart ondervinden we de gevolgen van een nooit eerder geziene wereldwijde gezondheidscrisis.
Motorsport en motorcross voor ons in het bijzonder, zit sinds die dag in een onzekere periode.
Vele wedstrijden werden reeds afgelast of zijn uitgesteld naar een later tijds stip.
Naar aanleiding van de preventiemaatregelen ons opgelegd door de Nationale veiligheidsraad van 15 en 24 april zien wij ons genoodzaakt om onze GP sidecars van 22 en 23 augustus aanstaande uit te stellen tot 2021.
Desondanks houden we er aan om iedereen die onze club AMC De Toekomst Dworp een warm hart toedraagt te bedanken en we hopen iedereen gezond en wel terug te zien volgend jaar in Gooik.

Het bestuur

AMC Dworp

Een terugblik en wat brengt de nabije toekomst? Gert Van Werven in tijden van Covid-19


Toen het doek viel over een mooi en spannend sidecarcross seizoen wist geen van ons allen dat we enkele maanden later in een pandemie zouden zitten.
Het lijkt wel of we met de gehele wereld deel uit maken van een sciencefiction scenario van één of ander grote filmmaker. Hoe bizar en onbegrijpelijk kan het leven lopen. Voor een gewone stervelingen is dit moeilijk te bevatten.
Maar hoe gaan topsporters hiermee om?

In de MXGP krijgen veel rijders een erg goede ondersteuning vanuit de verschillende teams.
Velen van hen hebben een profbestaan en leven van en voor hun sport. Bij de zijspanrijders zijn er slechts enkelingen die van hun sport hun beroep kunnen maken.
De rest van het deelnemersveld is veelal het boegbeeld van de familie en team. Door de week hard gaan werken, trainen, voorbereidingen treffen en in het weekend strijden voor die felbegeerde titels.
Met een social distancing van ruim 265 kilometer in acht nemende had ik enkele prangende vragen voor een vaste waarde uit het zijspanwereldje. Namelijk de immer goedlachse Gert van Werven…

– Hoe is het nu met Gert en de rest van de familie in deze bizarre periode?
“‘Met mijn gezin en mijzelf is alles goed. Mijn vrouw werkt nu voornamelijk vanuit huis en neemt de opvang van de kindjes waar. Ik ben de ene week thuis aan het werk en de andere week ben op mijn werk aanwezig. Gezien mijn baan als Manager Warehouse en Logistics bij VB-Airsuspension probeer ik zoveel mogelijk aanwezig te zijn om al mijn medewerkers te helpen.”
– Nu alles is afgelast en is verschoven naar latere data moet het toch niet simpel zijn om de focus te blijven houden, of geniet je nu van de kleine dagelijkse dingen?
“Ik moet eerlijk zeggen dat wij ons thuis niet vervelen. Wij mogen van geluk spreken dat we buitenaf wonen en genoeg ruimte hebben om ons vrij te kunnen bewegen. Maar door de jaren heen is het buitenleven bij ons redelijk gegroeid en daar zijn we nu, vooral in de weekenden, druk mee bezig. En je weet, van het een komt het ander en dan worden de plannen vaak alweer groter gemaakt.
Ik moet dan ook heel eerlijk zeggen dat ik mij op deze manier goed kan afschermen van de cross, het is niet dat ik er constant mee bezig ben. Natuurlijk wil ik graag weer op de motor zitten en op pad met het team. Maar belangrijker is, dat deze situatie eerst maar eens allemaal onder controle/over moet zijn en dat we dan wel verder kijken. Veel mensen spijkeren zich vast aan een datum van de overheid. Maar dat betekend lang nog niet dat maatregelen komen te vervallen en alles meteen weer open gaat. Dus laten we vooral blij zijn met het feit dat we nog gezond zijn en geen klachten hebben. Daarbij moet ik wel zeggen dat we hier in Nederland niet mogen klagen met de maatregelen die genomen zijn, namelijk dat we nog redelijk vrijheid hebben waar we uiteraard verstandig mee om moeten gaan. Wel moet ik zeggen dat ons zoontje het als een grote vakantie ziet en niet in de gaten heeft wat er allemaal gaande hij. Hij vindt het wel prima dat hij nu niet naar school hoeft en hij hele dagen buiten spelend kan doorbrengen. Het liefste zou hij de hele dag op zijn zijspan rondrijden op zijn crossbaan. Het is natuurlijk geweldig om te zien hoe onze zoon besmet is met het zijspancross virus en onbewust allerlei rituelen van ons kopieert. Misschien komt daar wel de volgende generatie ‘van Werven’ uit voort die ooit aan de start zal verschijnen op een WK zijspancross.. laten we het hopen, dat zou toch geweldig zijn.”

– Afgelopen seizoen verliep niet vlekkeloos voor het team. Het zal geen gemakkelijke opdracht zijn geweest om niet elke race met Peter Beunk naast je te staan na zijn enkelbreuk?
“Het was gelukkig niet een seizoen met alleen maar tegenslagen, want als team wisten we wel in het Open Nederlands Kampioenschap een mooie derde plaats tijdens de finale in Lichtenvoorde binnen te halen. Daarentegen verliep het qua blessures inderdaad niet vlekkeloos, maar lang klagen heeft geen zin. Tegenslagen moeten overwonnen worden en daarbij moet je als team vooruit blijven kijken, gelukkig doen we dat allemaal. Zelf brak ik mijn enkel in Markelo, maar gelukkig kon ik al vrij snel weer terug op de motor stappen dankzij een operatie van ‘cross dokter Tichelaar’. Ik heb hierdoor Strassbessenbach en Stelpe niet kunnen rijden. Eenmaal weer samen terug op de motor in Zwitserland, brak Peter zijn enkel op drie plaatsen – dat was toch wel een hele domper voor ons allen.
Peter en ik zijn een hecht team en met Peter kan ik werkelijk op de motor lezen en schrijven. Door deze heftige blessure, moest ik op zoek naar en vervanger. Gelukkig kon ik voor Gooik een beroep doen op Kenny van Gaalen. Kenny en ik hadden het jaar ervoor ook al samen gereden en ik wist dat dit met hem wel goed zat. Kenny is niet alleen goed, hij is super! Het is lastig uit te leggen, maar bij Kenny kun je rijden zoals je dat zelf als rijder wilt. Toch moesten we één Grand Prix aan ons voorbij laten gaan, want ik heb de wedstrijd in Dardon-Guegnon niet kunnen rijden. Ik heb heel wat bakkenisten afgebeld. Ik heb wel duidelijk gezocht naar een bakkenist waar ik mee aan de finish zou kunnen komen en waarbij ik mijn eigen tempo mee kon rijden. We hadden immers al enkele wedstrijden gemist en ik hoefde mijzelf niks meer te bewijzen, omdat ik met Peter al rond was voor seizoen 2020. Ik liet de wedstrijd in Frankrijk schieten en keek verder naar bakkenisten voor de laatste wedstrijd van het seizoen. Gelukkig was er die vriendelijk man die uit Finland over wou komen naar Rudersberg. Lari Kunnas is zeker een van de meest gemotiveerde bakkenisten. Hij is heel erg leergierig en voelt heel goed aan wat de motor doet, deze jonge komt er zeker!”
– Aan de conditie lag het niet want vaak kwam team Van Werven de laatste 10 minuten pas echt onder stoom en ettelijke combinaties waren eraan voor de moeite. Toch waren de starts vaak de grote boosdoener, heb je in de winterperiode hieraan gewerkt of lag het ergens anders aan?
“Conditie is altijd wel een ding bij mij.. er zijn wedstrijden waarbij ik mij compleet stuk kan rijden in 15 minuten en dan een kleine vijf minuten op adem moet komen, waarna ik de laatste 10 minuten dan toch weer kan aanzetten. Ik ben van nature zeker geen trainingsbeest maar moet het hebben van veel en soepel rijden. Peter en ik zijn denk ik één van de zwaardere combinaties in het veld, de TM-motor is zeker niet de sterkste tussen alle krachtbronnen, waardoor een start heel belangrijk is. En, inderdaad dit lukte niet altijd even goed. Maar gelukkig kunnen wij meestal in de eerste ronden een boel goedmaken door vrij gemakkelijk te passeren.
Zelf hebben wij deze winter, tot aan onze trip naar Amerika voornamelijk gebruikt om te herstellen van onze blessures. Peter van zijn enkelbreuk en ik van mijn operatie in December waarbij de schroeven uit mijn enkel zijn gehaald en er flinke revisie aan mijn meniscus is gedaan. Deze was flink beschadigd, waardoor ik mijn knie niet meer vrijuit kon bewegen. Halverwege januari kregen zowel Peter als ik weer groen licht en zijn we pas begonnen met motortraining.”
– Je sluit het WK af op een 11de plaats en helpt team Nederland aan de felbegeerde Sidecars of Nations titel. Dit moet je vast een pak vertrouwen hebben gegeven om het seizoen 2020 aan te vatten?
“Toen we gevraagd werden tijdens de finale ONK wedstrijd op de Zwarte Cross in Lichtenvoorde, was ik zeer vereerd. In 2014 mocht ik dit met Peter al eens doen en toen wonnen we zilver, nu kregen we weer een kans. Helaas niet Peter aan mijn zijde door zijn blessure, maar gelukkig was hij dat weekend wel met ons team mee. Tijdens de Nations stond Kenny van Gaalen me bij. Als team hebben we denk ik zeker laten zien dat we een waardevolle toevoeging waren naast team Hermans en team Bax. De tweede manche reden we een puike wedstrijd en als alles op dat moment naar behoren gaat en je over de finish komt en je eigen clubje vaste supporters ziet staan, dan is dat super. Zoiets geeft mij zeker een pak vertrouwen en een heel goed gevoel, namelijk het gevoel dat we zoiets echt samen doen.”

– Op vraag van de Noord-Amerikaanse TM importeur Ralf Schmidt trekken jullie naar de USA voor een sidecarpromo. Dit kan niet anders dan één van de hoogtepunten uit jouw loopbaan zijn als gedreven sidecarrijder?
“Ja! Dit avontuur is zeker een van de hoogtepunten uit mijn loopbaan geweest. Ik wou al heel lang een keer naar Amerika om dit eens mee te mogen maken, maar op deze manier – dat was geweldig. In Amerika is de zijspansport nagenoeg niet tot nauwelijks aanwezig. Het niveau is erg laag en ik denk dat het voornamelijk moeilijk is om daar aan bepaalde materialen te komen. Er zijn best mensen die daar energie en tijd in willen steken, maar dan moeten er wel mensen zijn die deze sport willen uitoefenen. En zolang daar weinig te zien is, motiveert dit ook niet. Ik hoop met onze trip, dat wij daar een paar mensen enthousiast hebben gemaakt om ook deze sport bekender te maken in de USA.”
– Je hebt al eens laten vallen dat 2020 misschien wel je laatste jaar is. Door de Covid-19 crisis loopt het seizoen zeker niet volgens plan, en heeft dit op team en sponsoren zijn uitwerking. Herboekingen, verleggen van geplande vakantiedagen…! Blijf je bij je standpunt om te stoppen of overweeg je er nog een extra jaartje aan vast te knopen?
“Begin dit jaar hebben wij een teampresentatie gehad en daarbij heb ik verkondigd dat dit inderdaad mijn laatste jaar als actief zijspancrosser in het WK en ONK zou worden. Alleen stond COVID-19 toen nog niet op de kalender!
Ik krijg nu veelal de vraag wat ik ga doen in 2021, want van 2020 zal denk ik weinig van overblijven. Veel sponsoren en betrokkene geven aan dat ‘deze situatie’ natuurlijk niet de manier is om afscheid te nemen. Klopt, dat ben ik volledig met hun eens en ben blij dat zij dit uitspreken. Maar of dit mogelijk is, daar kan ik nog geen antwoord op geven omdat ik dit eerst met mijn gezin, bakkenist, team maar ook werkgever moet bespreken. En, even zo belangrijk het overleg met mijn sponsoren. Als stuurman/kapitein van het team heb ik wel een hoofdrol, maar dan moet het team wel met me mee willen. Het is daarom nu nog te vroeg om deze vraag te beantwoorden, omdat uit deze ene vraag om dit moment meer vragen tot stand komen. Maar het houdt me zeer zeker wel bezig.”

– Het ziet er naar uit dat we nog langer noodgedwongen thuis zullen moeten blijven. Frankrijk, België en Duitsland verlengende hun coronamaatregels voor grote evenementen. België, Nederland en Duitsland gaan zelfs tot en met eind augustus! Dit betekend dat de WSC kalender weer zal moeten worden aanpassen. Wat zijn jouw bedenkingen hierover en hoe ga je het aanpakken als er weer groen licht is?
“Heel spijtig, maar persoonlijk denk ik dat er dit seizoen geen wedstrijden om een kampioenschap meer gereden gaan worden. Onze sport heeft bezoekers nodig, bezoekers brengen sfeer maar vooral geld in het laatje van de organisatoren. Zij hebben deze verdiensten hard nodig om een WK, ONK, NK of ander evenement te kunnen organiseren. Ik verwacht echt wel dat er weer een moment komt dat we weer mogen gaan trainen, maar een wedstrijd is lastiger denk ik. En onze geliefde zijspancross valt ook nog eens onder een contactsport, want Peter en ik kunnen immers niet 1,5 van elkaar vandaan blijven tijdens het rijden.
Ik denk ook dat de verantwoordelijke van WSC en FIM bij elkaar moeten komen om de mogelijkheden en consequenties te bekijken en te bespreken. Een, tegenvallende, optie zou zijn om de huidige kalender te cancelen zodat deze druk er vanaf is en er naar andere mogelijkheden gekeken kan worden en er eventueel nog iets anders georganiseerd kan/mag worden. Laten we hopen dat er dan wat internationale wedstrijden georganiseerd kunnen worden. Want wat onze WK kalender betreft, inmiddels 8 wedstrijden tellend, dat is geen WK waardige kalender.”
– Bedankt voor het openhartig gesprek en ik hoop dat we snel weer kunnen genieten van onze mooie sport. Zijn er nog mensen die je via deze weg extra in de bloemen wil zetten?
“Het enigste wat ik dit moment kan wensen is dat iedereen gezond blijft en dat we elkaar straks weer mogen begroeten op of langs het circuit, om onze mooie sport te kunnen uitoefenen of te kunnen bezichtigen.”

Tekst: Geert Gelaude
Foto’s: Dries Dewitte

Geen sportwedstrijden met publiek tot 31 aug !!

Tot 31 augustus mogen er geen massa-evenementen meer plaats in ons land.
Verder blijkt ook dat de maatregelen die nu gelden, worden verlengd tot 3 mei, dat heeft de Nationale Veiligheidsraad besloten.
GEEN sport wedstrijden tot 31 augustus met publiek, helaas geen motorcross wedstrijden tot dan !
discussie van wat met “groot” bedoeld word zal de komende week duidelijk worden !
Of we erna dan nog een motorcross wedstrijd gaan te zien krijgen is nog maar de vraag !
Dus de GP in Gooik zal dan ook geen plaats kunnen nemen op de voorziene data!!

Pers mededeling Iffendic door Gérard Letort

Zoals we al enkele dagen geleden al vermoedde na de aankondigingen van onze president van de republiek over de voortzetting van de opsluiting en het verbod op bevolkings samenkomsten tot halverwege juli, zijn we daarom gedwongen de organisatie van ons evenement dat is gepland voor het weekend van 4 & 5 juli 2020 op Iffendic te annuleren.
De Moto Club d’Iffendic organiseert tot eind 2020 geen officieel evenement meer.
We hopen volgend jaar in 2021 eindelijk deze modi van Sidecarcross te organiseren, wat een teken zal zijn van het einde van deze crisis die onze samenleving in al haar componenten ernstig van streek brengt.
Veel geluk voor iedereen en uw dierbaren,

Met vriendelijke groet, Gérard Letort