Duidelijkheid omtrent VMCF,

Zonet kregen we een telefoontje met de bevestiging van Martin Roels dat het VMCF seizoen ten einde is.
Na grondig overleg binnen het bestuur is door de maatregelen die gelden het niet mogelijk om veilig en ordelijke wedstrijd te organiseren.
Qua verzekering was er nog geen duidelijkheid enkele dagen geleden, die is er nu wel.
UMC zal de licentie niet overdragen naar 2021 maar wie in orde is met de licentie van 2020 zal dit jaar “geldig verzekerd” kunnen trainen.
Wie in orde is in 2020 zal voor 2021 een aangepaste licentie in kostprijs krijgen, exacte prijzen zijn er nog niet.
Over de vraag waarom de licentie niet overgezet wordt hoef je ons geen vragen te stellen, hiervoor kan je terecht bij je eigen federatie !!

Deze avond zal ook de info tekst op de website van VMCF verschijnen >>> klik HIER

VMCF bevestigd einde van het seizoen nog niet !!!

De Nieuwsbrief van MCLB zorgde toch wel voor wat verwarring, bovenaan zag iedereen in de titel ook VMCF erbij staan.
Duidelijk was dat er contact zou geweest zijn tussen beide federaties, echter dat  blijkt ook zo !
Contacten die tussen VMCF en MCLB vrij goed verlopen, echter na net contact gehad te hebben met VMCF Martin Roels is gebleken dat de voorzitter Alain daarover nog gesprekken aan het voeren is met de verzekering.
Het standpunt is het zelfde want niemand gelooft nog echt dat er een evenement kan plaats vinden op de normale haalbare manier maar tot nu toe moeten we nog even afwachten hoe de komende gesprekken zullen verlopen.
We houden je van het verdere verloop op de hoogte dat er eerstdaags zou moeten komen !

PERSMEDEDELING LIEFHEBBERSFEDERATIES MOTORCROSS

MCLB, VMCF zitten duidelijk op de zelfde lijn wat betreft deze moeilijke corona tijden, ook ik persoonlijk ben van deze mening om het seizoen 2020 snel te vergeten.
Het is daad werkelijk zo dat afstand van 1.5 meter tussen toeschouwers niet gegarandeerd kunnen worden op een wedstrijd !!
Tevens het aantal toeschouwers toegelaten is ook nog steeds een vraag, om de organisaties hiermede niet te belasten (lees verantwoordelijkheid) is een terechte keuze.
Korte samenvatting hieronder, maar ook alles te lezen in de Nieuwsbrief van VJMO MCLB  klik HIER

Een analyse van de laatste berichten van de regering naar aanleiding van de gehouden veiligheidsraad van woensdag 6 mei, de onzekerheden naar de toekomst toe met betrekking tot “social distancing”, de momenteel van kracht zijnde maatregelen om de pandemie onder controle te krijgen en deze onder controle te houden blijven, de bezorgdheden van de virologen doet ons beseffen dat wij in een onzekere toekomst leven.

Een grondige risico analyse rekening houdende met piloten, toeschouwers, inrichters, dienstdoend personeel en extra te nemen maatregelen ter bescherming van uw eigen gezondheid en de gezondheid van anderen besluit ons de concluderen dat men in dit tijdperk geen zekerheid heeft of naar de laatste maanden van het seizoen toe een organisatie werkelijk zal kunnen door gaan wegens de mogelijkheid van een mogelijks nieuwe opflakkering van het virus.

Dit alles heeft ons er toe geleid om te beslissen dat de geplande inrichtingen van motorcross wedstrijden voor het seizoen 2020 af te gelasten.
Wat de piloten betreft, worden de vergunningen van 2020 overgedragen naar 2021.

Sponsor in de kijker: Eddy Inghelbrecht

Eddy Inghelbrecht is gespecialiseerd in de totaal renovatie van badkamers. Daarnaast voert hij ook andere werkzaamheden uit, zoals:
• Alle herstellingen van sanitair en centrale verwarming
• Plaatsen van centrale verwarmingsketels op gas en mazout
• Plaatsen van vloer en wandtegels, zowel voor nieuwbouw als voor renovatiewerken
• Aanleg van opritten en terrassen
• Aanleggen en herstellen van afvoerleidingen binnen en buiten
• enz…
Voor zijn website klik op de afbeelding of HIERZO

Wij vroegen aan Eddy waar zijn interesse in de zijspancross vandaan komt.

Ik ga reeds vanaf mijn 12 jaar na de cross.
Samen met mijn broer en schoonbroer waren wij supporters van het zijspanteam de sparrencrossers uit Wijnendale met als piloot Vancouillie André.

Later ging ik ook zelf af en toe crossen met de solomotor totdat ik in 2017 besloot dat het genoeg was geweest. De motor en alle spullen werden verkocht en bezocht ik alleen nog enkele wedstrijden als supporter van een crossende vriend.

In 2018 bood een vriend mij aan om de VLM mekaniekerscross in Ravels te rijden met zijn zijspan en zijn co-piloot.
Na een paar keer trainen viel dit zo goed mee dat ik het aanbod aanvaarde en deze cross met heel veel plezier uitreed. Nu had ik echter de zijspanmicrobe vol te pakken en kocht ik zelf een zijspan om in 2019 met een dag vergunning bij de MCLB enkele wedstrijden te rijden met bakkenist Rino Bolle.

De eerste wedstrijd werd vanzelfsprekend Oostrozebeke.
Geplaagd door zenuwen flopte de eerste start met een geblokkeerde motor en eindigde de dag in mineur met een gebroken kuitbeen.

Na 4 weken herstel nog enkele wedstrijden voor het plezier gereden.
Na de opstapdag van Davy Maris besloot ik om dit jaar binnen de MCLB federatie aan de start te verschijnen met co-piloot Dylan Dubus.
Het doel is gewoon genieten ons goed amuseren (sorry jonge gasten als ik eens in de weg rij).

Door Covid-19 blijft het echter een groot vraagteken of het starthekken dit jaar nog gaat vallen.
Indien dit niet het geval is en als Dylan het nog ziet zitten zullen we ons dan maar komende winter klaarmaken op in 2021 aan de start te komen.

Rijder in de kijker: Davy Maris

Naast het de zaak Sidecar Service Berlaar was Davy Maris ook best bekend als zijspan piloot, vooral te zien destijds in VLM maar later ook in het WK en afsluitend vooral bij FFM in Frankrijk.
Een samenvatting van een interview met hem waar hij verteld over zijn tijden als rijder
Foto’s van enkele jaren terug vind je HIER

In oktober 2002 stapte ik bij de VLM in Lummen voor het eerst op een zijspan en dit met Steve Van Tongerlo in het bakje. Deze wedstrijd verliep, ondanks problemen met het zijspan, beter dan verwacht. Gedurende de week werd er op zoek gegaan naar een ander zijspan om ook in Overpelt te kunnen starten. Hier werd met het betere zijspan de holeshot genomen maar dienden we rijdend op de 1ste plaats, de wedstrijd in de laatste ronde te verlaten door kettingbreuk.
Aangezien ik toen echter reeds een nieuwe solo motor had gekocht begon ik in 2003 binnen de VLM federatie bij de nieuwelingen A. Al vroeg in het seizoen kreeg ik de vraag van Jean Pierre Loos of ik met hem een paar wedstrijden wou rijden bij de zijspannen aangezien zijn piloot enkele weken buiten strijd was met een polsbreuk. Na een paar pechvolle wedstrijden kon ik bij mijn 4de wedstrijd in Wommelgem de eerste reeks winnen met een oud VMC-Honda zijspan. Na deze wedstrijd werd er dan ook beslist om de solo motor te verkopen en een nieuw VMC zijspan aan te schaffen.
In de jaren 2004 tot 2008 werden dan ook bij VLM verschillende podium plaatsen behaald en dit met diverse bakkenisten. Het langste reed ik toen met Raf Melis en werden we net geen kampioen bij de B’s. Nadien bij de A’s stapte ik over naar de Zabel krachtbron.
Voor het seizoen 2008 werd er beslist om te starten samen met mijn “maat” Jan Bielen. We wisten wat we aan mekaar hadden, vooral naast het zijspan. Op het zijspan verliep het echter niet zoals verwacht door verschillende blessures. 2009 met Steve Van Tongerlo verliep eigenlijk identiek aan dat van 2008 met als enige verschil dat er enkele keren werd deelgenomen aan de wedstrijden in Frankrijk. Na 10 jaar VLM verliep dit eigenlijk vrij goed waarna besloten werd om in 2010 het Franse kampioenschap te rijden met daarnaast ook enkele GP wedstrijden met Robbie Bax als bakkenist. Na de vele voorbereidingen en trainingen gedurende de winter was Oldebroek de eerste WK wedstrijd. Tijdens de kwalificatie wedstrijd, rijdend op een 8ste plaats, ging het voor ons rijdende team over de kop waarbij we hen niet konden ontwijken en meteen was alle kans op kwalificatie weg.
Robbie had echter meer ervaring en wou alle WK wedstrijden rijden. Niet veel later stapte hij opnieuw in het bakje bij Morch en mocht ik wederom op zoek achter een andere bakkenist. In Letland lukte het eindelijk om mijn 1ste WK punten te behalen samen met Ilvars Skultans.
Ook 2011 werd een jaar met verschillende co-piloten. Aan het begin van het seizoen kon ik met de gemotiveerde Mathieu Calieu aan de start te verschijnen. Door privé problemen van Mathieu werd de pijnlijke beslissing genomen om de samenwerking stop te zetten en het seizoen af te werken met Dagwin Sabbe. Met Dagwin heb ik enkele GP’s in de punten kunnen finishen tot Daniel Willemsen met hem aan de haal ging en ik terug zonder bakkenist zat. Wederom kon de zoektocht naar een nieuwe vervanger beginnen.
In 2012 ben ik van start gegaan met de beloftevolle Eduard Soenens. Samen hadden we enkele mooie crossen maar door de druk die ik mezelf oplegde om elke WK wedstrijd te kwalificeren liep het flink fout. Tijdens de wedstrijd in Genk gingen we er hard af waardoor ik mijn milt scheurde. Door deze blessure was meteen ook het seizoen afgelopen.
Voor 2013 wilde Dagwin Sabbe iets goedmaken en zijn we samen opnieuw van start gegaan. Gedurende de winter werd en veel getraind, dit zowel fysiek als op de motor. Hierdoor kwam ik dat jaar veel fitter aan de start. Met uitzondering van de eerste GP in het Zwitserse Frauenfeld, waar door het slechte weer enkel op paasmaandag kon gereden worden, lukte het ons tijdens de daarop volgende wedstrijden om bijna elke keer rechtstreeks te kwalificeren. Dit resulteerde jammer genoeg op zondag, door diverse problemen, niet in de verhoopte resultaten.
De GP in Estland verliep voor ons rampzalig met harde crashes op zowel zaterdag als zondag en een zware hersenschudding voor Dagwin als gevolg. Gelukkig werd er in Robbie Bax een waardig vervanger gevonden voor de wedstrijden in Kegums en Roggenburg. In Kegums lukte het niet om ons te kwalificeren, dit door problemen aan het zijspan als gevolg van de zware crashes een week eerder. In Roggenburg zaten we er wel bij na een stevig duel met een links span zodat we in de laatste ronde toch de 12e plek behaalden. Op zondag eindigden we beide reeksen echter buiten de punten.
In 2014 zette ik een stapje terug toen ik besloot om te stoppen met het rijden van GP wedstrijden. De reden hiervoor was dat dit niet meer te combineren viel met de drukke werkzaamheden van de zaak. Nadat ik de laatste WK wedstrijd van 2013 in het Belgische Nismes afgewerkt had met Luc Rostingt werd er beslist om samen te blijven rijden in 2014. Gedurende dit seizoen werden er verschillende goede en mooie wedstrijden buiten de GP’s afgewerkt. Aan het einde van het jaar was Luc klaar om te overstap te maken naar het wereldkampioenschap en kon er wederom een nieuwe bakkenist gezocht worden.
Deze werd voor 2015 gevonden in naam van de oude rot Bernard Jayet. Dit waren heel aangename en fijne mensen waarbij het plezier op de cross primeerde. Bernard was toen al 51 en wou onnodige risico’s vermijden. Hij was wel fit en met onze vele ervaring konden we dat jaar toch een paar keer flitsen met mooie uitslagen.
Voor 2016 had ik geen bakkenist tot de jonge Aivar Van De Wiel zonder rijder kwam te zitten. Er werd afgesproken om in Londinières eens te gaan trainen tijdens het zijspan trainingsweekend aldaar. Hier besliste ik als oude rot beslist dit jonge talent gedurende de komende 2 seizoenen op te leren en dit in samenspraak met zijn vader Henri. Er werd voornamelijk gestreden in het Franse FFM kampioenschap en de IMBA wedstrijden. Door de mooie progressie van Aivar werd een mooie 7de plaats behaald in het IMBA kampioenschap. Tijdens de laatste IMBA wedstrijd in het zware zand van Meijel misten we nipt het podium en moest ik in de laatste reeks zo diep gaan dat de benen bijna van mijn lijf vielen.
Voor 2018 vroeg Alexandre Tourbier, nadat hij geen rijder vond, of ik geen plaats had voor hem om meer ervaring op te doen. Gedurende het jaar reden we zowel enkele NK als Franse FFM wedstrijden. Ook kon ik Alexandre helpen aan enkele starts in de GP’s als invallend bakkenist.
Het beste uit mijn palmares:
– Net geen VLM kampioen geweest , maar toch vele mooie wedstrijden gereden.
– BK proef in Nismes gewonnen.
– Punten gehaald binnen het wereldkampioenschap zijspancross (Ik had nooit durven dromen WK wedstrijden te rijden laat staan om WK punten te behalen)
– Een twaalfde plaats met Elvijs Mucenieks in de GP van Rusland 2011.
Graag wil ik mijn monteur Peter Vandenbroek en chauffeur Ivo Gijsels bedanken , zij hebben me de mogelijkheid gegeven dit alles waar te maken.
Verder een welgemeende dank aan al mijn bakkenisten. Stuk voor stuk zijn het allemaal vrienden gebleven, ook al was het soms even bekoeld door de resultaten of andere situaties.
Ooit nog organiseer ik een reünie op het moment dat ik er helemaal mee stop. Het is een hele lijst, maar mijn slechtste gewoonte is: alle co-piloten waarmee ik meer dan 2 wedstrijden reed in de VLM hebben wel een keer het ziekenhuis mogen bezoeken.
(tekst Davy Maris/Dries Dewitte)

Podcast met motorcrosslegende "Aloïs Dekort"

Precies 50 jaar geleden, in 1970, won ‘motorcrosslegende’ Aloïs Dekort zijn eerste Belgisch Kampioenschap.
Hij werd vervolgens zes keer Belgisch kampioen zijspannen en won vele internationale prijzen.
In een podcast herbeleeft hij de rauwe jaren ’70 als topatleet.
Met een goeie dosis nostalgie blikt hij terug op zijn avonturen, waarbij hij onvermoeibaar door heel Europa trok voor zijn grote passie: sidecar motorcross.

Klik op HIER of op onderstaande foto en u krijgt een prachtig interview van ruim 25 min te zien en te horen

 

Sponsor in de kijker: Side Car Service Davy Maris

 Het ontstaan van side car service
Side Car Service is per toeval ontstaan in de periode dat Davy Maris actief was binnen de VLM federatie.
Op deze wedstrijden had Davy altijd veel reserve onderdelen bij en kwamen andere teams dan ook geregeld om onderdelen vragen.
Aangezien er veel bestellingen geplaatst werden bij VMC alsook bij Zabel kwam de vraag van Bakens Benelux om een onderdelen pakket mee te nemen naar de diverse wedstrijden.

Vanaf 2010 begon Davy meer GP wedstrijden te rijden en zo ging ook het aanbieden van hulp en onderdelen in stijgende lijn.
In 2014 besliste hij te stoppen met het rijden van WK wedstrijden en kwam de beslissing dat zijn team samen met Ivo Gijsels en Peter Vandebroek ging samenwerken met Marvin Vanluchene voor het onderhoud van het zijspan en de Zabel blokken.
Vanaf 2016 werd er dan ook gestreden op een VMC-Zabel wat in 2018 resulteerde in het behalen van de wereldtitel en de vice-wereldtitel in 2019.

In 2018 werd er ook beslist om fulltime bezig te zijn met Side Car Service en is alles in een stroomversnelling terecht gekomen.
Zo worden er nu vele zijspannen en motorblokken geprepareerd voor allerhande teams actief binnen het WK zijspancross, FFM en vele andere federaties.

Davy is VMC en Zabel altijd trouw gebleven en er werd dan ook met deze mensen een band opgebouwd zodat hopelijk ook de toekomst gegarandeerd wordt en ze nog vele jaren door kunnen gaan.

Woensdag kan je hier ook het interview lezen met Davy als “Rijder in de kijker”

(Tekst Dries Dewitte)

Deel 2: Het verhaal 10-voudig IMBA kampioen EDDY NUYTS.

Vandaag, Deel 2 van het verhaal 10-voudig IMBA kampioen EDDY NUYTS.
In geuren en kleuren, in dit deel van 1992 tot 1996 en nog erna nog enkele mekaniekerscrossen.

Foto’s ons aangeleverd van zijn carrière door Eddy klik u HIERZO


(Foto IMBA Duitsland Kassel-Spessart)

Na enkele jaren (’92 &’93) BMB besloot je terug de overstap naar BLM en met Danny Goethals als passagier?
Eind 1993 besloot ik om te stoppen met de GP. Het was voor mij eigenlijk te kostelijk en te moeilijk te combineren met het werk. Ook te weinig wedstrijden omdat je niet mocht starten in België bij liefhebbersbonden, er weinig contracten waren voor andere wedstrijden en bovendien bijna altijd ver weg. Zeker ook de aanhoudende problemen met pijnlijke polsen en het team dat weer eens uiteen viel.

(Foto start IMBA 1994 Rijkevorsel)

Dus 1994 terug naar BLM. Door bemiddeling van Fons Van Opstal en zijn vrouw Christiane, kwam ik in contact met bakkenist Danny Goethals. We besloten om samen te gaan rijden. Ook kwam Jef Van Lommel mee als mechanieker in onze ploeg. Net als Rob Van Den Bempt en mijn achterbuur Ludo Wouters. Dat bleek een schot in de roos als we daar op terug kijken. Het klikte allemaal zeer goed samen en iedereen was gemotiveerd. Samen met mijn familie, nl mijn ouders, mijn vrouw Wieza, en het ganse team, deed iedereen wat hij kon. Ik had toen bijzonder veel steun van ieder er in betrokken. Het klopte in de omgang, op logistiek vlak en op sportief vlak. De 4 jaren die volgden waren volgens mij de beste uit mijn zijspancrossperiode.
Met Danny Goethals behaalde je uw 4 laatste IMBA titels (van’94 tot’97) bij de zijspannen, bijna elk jaar liep de start niet zoals verwacht?
Ondermeer een armbreuk, jaar erna derde knie operatie en in 1997 ondanks sleutelbeen breuk één week voor een IMBA wedstrijd die je wel reed meteen na een operatie?
Het begon nochtans slecht in 1994. Op 2 januari 1994 op een winterwedstrijd in Reek (Nederland), kwam ik in de start ten val omdat iemand voor mij in de modder blokkeerde. We vielen eigenlijk bijna stilstaand gewoon om naar links, maar ik werd op mijn linkerarm aangereden. Ik voelde onmiddellijk dat die gebroken was. Ik werd zo snel mogelijk geopereerd door mijn neef Dr Rudy Nuyts. Dan volgde een pijnlijke revalidatie en op 20 februari stonden we zonder voorbereiding en met een nog pijnlijke, zwakke en zwaar ingetapede pols aan de start van de wedstrijd in Hechtel. We wilden ons graag kwalificeren voor de IMBA wedstrijden en dienden daarvoor goed te presteren in de kwalificatiewedstrijden. Eerste reeks 4de. Tweede reeks vielen we echter uit met kapotte versnellingsbak! Toen leek kwalificatie veraf. In de resterende wedstrijden werd het hard bikkelen om ons doel te halen, wat zeer nipt lukte.
De rest van het seizoen verliep prima en we haalden de triple binnen, Belgisch kampioen BLM, FAM en IMBA kampioen. Dat hebben we toen goed gevierd in de winter met een etentje met kadootjes voor alle teamleden.
Na het seizoen 1994 werd ik terug geopereerd aan de linkerarm om de plaat om de breuk te fixeren er terug uit te halen. We konden dus in 1995 goed voorbereid beginnen. Enkel het nieuwe frame kregen we begin van het seizoen niet naar mijn goesting. We reden wel redelijk goede resultaten maar het kon beter. Enkele veranderingen brachten niet het gewenste gevoel voor mij en Danny. De eerste FAM wedstrijd in St-Lenaerts kwamen we hard ten val in de afzink. Ik had me fel bezeerd en kon aanvankelijk geen adem halen. Pas na lange tijd reden we verder maar haalden geen punten. Gelukkig geen breuken. Nadien greep ik terug naar het frame van 1994 en draaiden we terug op volle toeren. Het ging niet altijd zonder pech, zoals b.v. in de proef te Betekom waar we één reeks geen punten haalden voor het BK. Dat kampioenschap werd fel betwist dat jaar en pas in de laatste reeks te Grobbendonk konden we de bovenhand halen op de andere sterke BLM-teams, waar vooral Walter Van Calster-Benny Clé tot op het einde titelkandidaat waren en we slechts zeer nipt de titel haalden. De Belgische BLM titel en de IMBA titel werden dus opnieuw gehaald, maar de FAM niet, daarin werden we 3de.
De winter van 1995 op 1996 werd ik voor de 3de keer geopereerd aan mijn gehavende linkerknie, maar ik was tijdig gereed voor het seizoen. De diverse wedstrijden werden weer fel gekleurd door duels met verschillende sterke teams zowel in België als bij de IMBA. De eerste IMBA wedstrijd in Meyel, vielen we de 3de reeks uit met motorpanne. In de volgende IMBA wedstrijden konden we onze achterstand snel ombuigen in voorsprong. In de FAM wedstrijd in Walcourt ging het ook weer mis. De eerste reeks in koppositie vielen we weer uit met een kapot motorblok. Dat verlies kregen we niet meer goed gemaakt in de FAM. Dat jaar werden we meermaals met motorpech geconfronteerd, we wonnen echter ook vaak en we haalden wel opnieuw de titel in BLM en IMBA. In de FAM opnieuw 3de.
Dan 1997. Ondertussen is de BLM de VLM geworden. Persoonlijk in de winter geen problemen maar motorfabrikant Zabel kwam met een nieuw onderblok. Veel topvermogen maar weinig kracht onderin en minder koppel. Dit motorkarakter paste niet zo goed bij mijn rijstijl en waren ook de oorzaak van minder goede starten. Soms greep ik daarom terug naar een blok van 1996 voor de belangrijkste wedstrijden. In de gewone wedstrijden reed ik wel met het nieuwe blok. We presteerden goed en stonden in alle klassementen aan de kop. Maar in Wommelgem, op 13 juli, in de start van de 2de reeks ging het mis. Ondanks het verzoek van meerdere zijspanteams, werd de eerste bocht niet gevlakt en die bocht lag vol sporen en bermen. Ik zat middenin het pak bij de start en in de eerste bocht ging het plots mis. Enkele zijspannen haakten in mekaar en wij kwamen daardoor ten val. Onmiddellijk voelde ik dat mijn linkersleutelbeen gebroken was. Ik werd weer door mijn neef Dr Rudy Nuyts geopereerd en een plaat werd op het sleutelbeen geplaatst voor fixatie. Ik weet niet meer zeker of de operatie op maandag dan wel dinsdag werd uitgevoerd, maar ik vermoed pas op dinsdag. Toen was het de volgende zondag 20 juli wel de volgende IMBA GP in Tsjechië! In 1991 had ik ook een sleutelbeenbreuk opgelopen kort voor een IMBA. Toen had ik na een goeie 14 dagen toch ook gestart. Nu was er echter maar 6 dagen tot de volgende race. In samenspraak met de dokter kregen we de toelating en besloten we om toch proberen te starten om de kansen op de IMBA titel indien mogelijk te behouden. De wonde was sterk gehecht en de schroeven van de plaat zaten goed vast zodat het mogelijk zou kunnen. Ik herinner mij nog dat de autorit naar Tsjechië mij bijzonder veel pijn bezorgde. Het had toen in Tsjechië enorm veel geregend en het parcours lag er zeer slijkerig bij. Tot verwondering van mijn tegenstanders kon ik toch starten. We hadden de wonde goed ingeplakt, een laag schuimrubber er op ter bescherming voor de steenslag en wat pijnstillers genomen. Het was niet zonder pijn maar ik kon rijden. Ik kon mijn linkerarm niet ver genoeg opheffen en daarom vroeg ik aan Danny om af en toe aan de roll-off van mijn bril te trekken want dat kon ik zelf niet. Gelukkig voor mij was het enorm modder op het parcours. Daardoor lag de snelheid laag en werd er niet gesprongen op de springheuvels. Het was echt technisch moeilijk om de baan rond te komen zonder vast te rijden, net één van onze sterke punten. De baan werd dan ook meermaals ingekort en er werden slechts 2 reeksen gereden. Tot iedereens verbazing konden we de eerste reeks winnen en ondanks een lekke achterband op het einde werden we 2de in de tweede reeks. Met eindoverwinning als onverwacht resultaat. Het duurde nadien nog verschillende weken eer ik weer terug voluit kon gaan, maar mijn seizoen was gered.
Met ons sterk team haalden we opnieuw de triple: VLM kampioen, FAM kampioen en IMBA kampioen.

(Foto Wommelgem 1997)

In 1998 liep Danny Goethals in mei een zware armbreuk op en was maanden out. Ik vond een vervanger bakkenist in de persoon van Eddy Schoppé, die echter de laatste jaren niet meer had gereden en op zijn beurt in juli in het Tsjechische Dalecin gekwetst werd. Op het einde van het seizoen kwam Danny terug in het zijspan. We werden nog 3de in het VLM en IMBA kampioenschap en 4de in FAM.
In 1999, nadat Danny Goethals wenste te stoppen met rijden, gingen we van start met Benny Van Den Bulck en behaalden we nog één zege in het EK IMBA op 23 mei in het Duitse Wisskirchen. We werden derde in het EK IMBA kampioenschap na Cremers -Eggers en Goovaerts-Verbrugge. In het VLM en FAM kampioenschap werden we 5de.
Mijn persoonlijk beste jaren waren voorbij en enkele jongere snelle zijspanteams namen de overhand.
In totaal ben jij (samen met je bakkenisten) recordhouder met 7 titels bij de IMBA zijspannen, enkel Marc Leysen-Jack Bax en Eddy en Ludo Somers wisten deze zegereeks te doorbreken.
Hoe kijk jij daar op terug ?
Ik kijk natuurlijk met grote tevredenheid en toch ook met een zekere trots terug op dat IMBA verleden. Samen met de 3 solotitels en de 7 zijspantitels heb ik 10 IMBA titels en ik denk dat het nog steeds een unicum is binnen de IMBA.
Indien ik de 2 jaar WK niet had gereden, wie weet had ik er nog ééntje meer kunnen halen?
Natuurlijk besef ik dat wereldtitels terecht hoger staan aangeschreven, maar eender welke titel behalen vergt toch heel wat inspanning, wilskracht, karakter en doorzettingsvermogen van de rijders en iedereen betrokken in het functioneren van het team. Je hebt daar zeker de hulp voor nodig van je familie en helpers. Dat waardeer ik ten zeerste de inzet van al deze mensen, want dat vroeg opofferingen. Het was niet altijd makkelijk, er waren tegenslagen die dan weer moesten overwonnen worden. Hier en daar waren er ook wel eens meevallers. Het bracht overwegend toch plezier en bijzondere niet alledaagse belevenissen in het leven die steeds in mijn herinneringen bewaard blijven. Eigenlijk als je er nu op terug kijkt, is dat ook met iets van verwondering over hoe dat allemaal kon lukken.
Wat sterk heeft bijgedragen aan de prestaties is dat ik mij voor meer bijzondere wedstrijden, vooral de IMBA, nog beter kon motiveren en er al wat mogelijk was voor deed om die wedstrijden voor te bereiden. Bijvoorbeeld de preparatie van de motor werd dan nog met meer aandacht zo goed als kon uitgevoerd. Vele IMBA wedstrijden werden ook verreden op harde omlopen in het buitenland, die beter pasten bij mijn meer technische rijstijl.
6 maal Belgisch Kampioen BLM 1990, 1991, 1994, 1995, 1996, 1997, weer weinige die deze palmares bijeen crosste ?
Ja ben ik ook gelukkig mee. Waren vaak hard bevochten titels omdat er talrijke sterke zijspanteams bij BLM reden. De startvelden waren toen bijzonder goed gevuld, met soms tot een dertigtal zijspannen. Als je dan vanop de 2de rij of met een minder gelukte start moest terug komen dat was zeker niet evident. Ik denk bijvoorbeeld aan 1994. Toen waren er een tiental potentiële winnaars bij de zijspannen.
Zeker tevreden met de Belgische titels want dat ontbrak nog, omdat ik in mijn solotijd er nooit in lukte om de Belgische titel te behalen. Vaak minder technische circuits die me niet lagen had daar zeker mee te maken, maar ook dat mijn prestatieniveau bij de solo volgens mij over het algemeen toch iets lager lag dan vergeleken met de zijspancross.
Zelfde verhaal ook als bij de IMBA. Voor de proeven kon ik meestal meer motivatie en voorbereiding opbrengen. Het teamwork was er zoals steeds ook even belangrijk voor.
Je werd 2 maal FAM Kampioen bij de zijspannen namelijk in 1994 en 1997, verliep het in deze wedstrijd het dan minder?
Bij de FAM wedstrijden bij de zijspancross had ik af en toe met pech af te rekenen en kon ik enkele jaren ook niet deelnemen. Toch 8 podiumplaatsen behaald. Een overzicht.
1988: één van de 3 wedstrijden geen punten door lekke banden in Weris. Toch nog 3de in de eindstand.
1989: 3de. Ondanks ontwricht sleutelbeengewricht na een val halfweg het seizoen.
1990: geen deelname FAM wegens communiefeest van mijn zoon op eerste FAM.
1991: sleutelbeen gebroken net voor eerste FAM. Verder geen deelname.
1992 en 1993: WK en dus geen deelname FAM mogelijk.
1994: 1ste
1995: valpartij en nulscore in St Lenaerts. Eindstand 3de.
1996: motorpech en nulscore in Walcourt. Eindstand 3de.
1997: 1ste.
1998: 4de . Eerste FAM gestart met invaller bakkenist Schoppé zonder voorbereiding.
1999 en 2000: 5de.
2001 en 2002: 3de.
2003: 10de.
2004: 2de.
2005: 9de. Op einde seizoen zware oogkwetsuur opgelopen in de garage. Daardoor laatste FAM niet kunnen deelnemen en kans op podiumplaats niet kunnen verdedigen.
2006: 2de en laatste FAM cross (van het seizoen en van mijn zijspancross) nog gewonnen.

(Foto Okegem 2001 Nuyts-Pyra)

Je sloot je zijspan carrière af in MCLB van 2000 tot 2006, echter een titel zat er hier helaas net niet in.
Wel werd je vijf keer 2de in het kampioenschap en paar keer derde, botste je daar op oa een sterke Jan Goethals-Dimitri Vandeursen?
Vanaf 1998-1999 bleek het dat ik over mijn top heen was en werd natuurlijk ook al wat ouder vergeleken met de toppers toen. Na het stoppen van Danny Goethals had ik in 1999 met Benny Van Den Bulck gereden maar die ging dan naar Govaerts. Persoonlijk was ik de zware omlopen van BLM ook beu en aangezien ik geen bakkenist had wou ik eigenlijk te stoppen.
Maar op aandringen van mijn vader ging ik een keer trainen met Leo De Feyter en we gingen in 2000 toch van start maar in MCLB. Daar kreeg ik ook wat meer financiële ondersteuning en deden we toch verder. We wonnen tot mijn verbazing enkele wedstrijden maar kwamen te kort tegen de top zijspannen in MCLB voor de titel, waarin we 3de eindigden.
In 2001 alweer met een nieuwe co-rijder met name Gunther Pyra in de MCLB en het lukte terug beter. We reden een sterk seizoen met harde duels vooral met Vanhoutte en haalden verschillende zeges. Maar moesten opboksen tegen de niet altijd sportieve teamstrategie van beton De Clercq. We waren niettemin ernstig titelkandidaat en enkel een val met kwetsuur tot gevolg besliste er anders over. We hadden enkel nog een 3de plaats nodig in de laatste reeks om de titel te halen. Maar die laatste reeks van de laatste proef ging het in de start mis. Titelconcurrent Vanhoutte reed in de eerste bocht na de start het stuur uit mijn handen met grote val voor ons tot gevolg. Met de nodige pijn probeerden we nog enkele ronden te rijden, maar ik geraakte in ademnood en moest gedwongen opgeven. Ik werd overgebracht naar het ziekenhuis in Ieper waar een klaplong werd vastgesteld. Dus in plaats van de titel kreeg ik enkele dagen een plaats in het ziekenhuisbed. Eindstand kampioenschap 2de.
In 2002 reden we opnieuw een sterk seizoen maar was het Jan Goethals-Dimitri Vandeursen die de titel haalden. Dus weer 2de in het BK MCLB en opnieuw 3de in het FAM Kampioenschap.
In 2003 lukte het iets minder goed en werden we in MCLB derde na Danny Vanhoutte-Dagwin Sabbe en Goethals-Vandeursen.
In 2004 met Christian Goossens reden we opnieuw een goed seizoen met meerdere overwinningen en 2de plaats in het BK MCLB na Vanhoutte-Vanparijs. Eveneens 2de in FAM Kampioenschap.
2005 wordt er team gevormd met Jean-Pierre Loos. Op het einde van het seizoen zijn we nog titelkandidaat maar gaat het mis in mijn werkhuis. Ik geraakte bij het werken aan de motor ernstig gewond aan het linkeroog doordat een scherpe metalen scherf binnen in het oog terechtkomt na de slag met een hamer op een doorslag. Ik ben onmiddellijk blind aan dat oog en werd de volgende dag dringend geopereerd in Leuven waar men er wonderlijk in slaagt om het oog te redden, zij het met enige blijvende hinder. Maar zoals de oogarts het toen zei, dat is zoals klagen over een gebroken been als je van de kerktoren naar beneden springt. Hij beweerde dat ik de lotto gewonnen had door mijn oog te behouden. Dus niet klagen dan maar. Het betekende dat ik de laatste proef BK en FAM natuurlijk niet kon rijden. Nog 2de in het BK na Sonny Vannieuwenhuyse-Dagwin Sabbe.
In 2006, op 51-jarige leeftijd, reed ik mijn laatste jaar als sidecarpiloot samen met de ervaren Bart Verbrugghe als bakkenist. We werden terug vice kampioen na het duo Vanhoutte-Vanparijs. Dat laatste jaar wonnen we nog 11 wedstrijden en werden eveneens 3de in het FAM Kampioenschap. In Grobbendonk op 22 oktober konden we de overwinning nog behalen in de laatste FAM-proef. En de zondag daarop konden we mijn laatste cross ook nog afsluiten met de overwinning.
In 2007 op de GP in Neeroeteren nog één keer gereden heb met Bart Verbrugghe in de nevenreeks. We werden er met een geleende BSU-KTM viertakt 7de.
Ik heb ook enkele crossen met een geleende motor nog heb gereden bij de “mechaniekerscrossen”, o.a. in 2007 in Pulderbos met Danny Goethals en later met Leo De Feyter in de jaren 2009 tot 2012.
Dank en Respect voor materiaal en helpers
Eddy reed met volgende zijspancombinaties:
Begin 1988 met VMC-HONDA. Rest van 1988 en 1989 met EML-JUMBO.
Van 1990 tot en met 2003 EML-ZABEL.
2004 tot 2006 met VMC-ZABEL.
Ik had het geluk om steun te mogen ontvangen van mijn ouders, verschillende motorclubs, een aantal materiaalsponsors en mijn laatste jaren ook van teams. In de loop der jaren verschillende, in dit kader teveel om op te sommen. Dit maakte het onkostenplaatje wat minder. Daarvoor ben ik deze allemaal zeer erkentelijk.
Ik verzorgde de publiciteit van de sponsors zo goed ik kon en onderhield ook de sociale contacten met deze personen. Zodoende kon ik blijven rekenen op deze ondersteuning.
Mijn vader was mijn grootste steun. Hij was echter hartpatiënt en vooral op de sukkel de jaren dat ik GP reed. Toen kon hij er vaak niet bij zijn omwille van gezondheidsproblemen. In 1994 kreeg hij een ruilhart en ging het nadien terug wat beter, ondanks vele onderzoeken en nevenverschijnselen. Hij kon de IMBA periode er terug bij zijn ook in het buitenland. We genoten van die buitenlandse trips. Hij zorgde samen met mijn moeder ook voor de “logistiek”. Regelmatig reden zij samen naar Zabel (in Oost-Duitsland niet ver van Berlijn). voor onderdelen voor het blok. Of naar Nederland voor afhalen materiaal bij de sponsors. Mijn vader overleed in 2007, het eerste jaar dat ik gestopt was met de cross. Cross was ook zijn leven.
In oktober 1988, dus op het einde van mijn eerste seizoen bij de zijspannen, begon ik aan de opleiding politieagent. Dus oefende ik dat beroep uit in praktisch heel mijn zijspancrosstijd. De combinatie was niet altijd makkelijk. De meeste van mijn verlofdagen besteedde ik aan de motorcross. Dus op vakantie naar het buitenland dat zat er praktisch nooit in. Praktisch alle tijd ging in de motorcross. Door weekenddiensten moest ik geregeld crossen missen. Ik moest ook vaak regelen en wisselen met collega’s om te kunnen rijden. Vaak ging ik na een nacht shift (niet geslapen tijdens de shift, in tegenstelling tot wat velen denken) toch nog crossen. ’s Morgens thuis komen, een andere broek aantrekken en naar de cross. Mijn helpers waren al vroeger vertrokken met de camionette en hadden alles al klaar staan. Meestal miste ik dan de training, deed 1 oefenrondje en dan de wedstrijd in. In de wedstrijd met de spanning en adrenaline kon ik me goed concentreren maar tussen de reeksen door was ik wel moe. En ’s avonds thuis dan was ik kapot.
Ik had wel wat helpende handen om het zijspan te onderhouden. Maar toch was het enkele avonden per week vrij laat in het werkhuis. Vooral maandag en donderdag was het vaak 2 uur ’s nachts. Mijn week zag er doorgaans zo uit (behalve als ik andere shiften moest draaien). Maandagavond de moto kuisen en demonteren wat nodig was. Dinsdagavond naar de fitness en als het nodig was (wat regelmatig voor kwam) bracht ik het blok naar Fons Van Opstal voor onderhoud of reparatie. De Zabel bleef meestal slechts 2 à 3 crossen in mekaar zonder demonteren (bij BLM dan, in de GP nog minder). Woensdagavond ander werk. Zoals b.v. vering onderhouden (ik heb vanaf 1983 steeds mijn eigen schokdempers gereviseerd en afgesteld). Donderdagavond fietstraining en daarna met de helpers het zijspan terug zo ver mogelijk monteren. Vrijdagavond eventueel andere klussen of anders rust. Zaterdag laatste werkjes en voorbereidingen (bv benzine, camionnette in orde zetten,…) opladen en meestal ’s avonds naar de cross vertrekken (tenzij ik nog moest werken natuurlijk). Zondag wedstrijd. En zo verder een heel seizoen.
Ik wens al de bakkenisten waarmee ik gereden heb bedanken voor hun inzet.
Tevens ben ik mijn ouders, mijn vrouw en al de helpers die in de loop der jaren zich hebben ingezet voor ons team ook enorm dankbaar.
Palmares van Eddy in de zijspancross
1989 Eddy Nuyts / Wilfried Somers België BLM
1990 Eddy Nuyts / Perry van Geloven België – Nederland BLM
1991 Eddy Nuyts / Wilfried Somers / Perry van Geloven België – Nederland BLM
1994 Eddy Nuyts / Danny Goethals België BLM
1995 Eddy Nuyts / Danny Goethals België BLM
1996 Eddy Nuyts / Danny Goethals België BLM
1997 Eddy Nuyts / Danny Goethals
1988 tot 1991: BLM zijspan.
1988: met Perry Van Geloven (NL) in het zijspan.
– 2° plaats Belgisch Kampioenschap
– 3° plaats FAM
(Tweede knieoperatie).
1989: met Perry Van Geloven (NL) in het begin van het seizoen gekwetst geraakt, nadien vervangen door Wilfried Somers in het zijspan:
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA
– 2° plaats FAM.
1990: met Perry Van Geloven (NL) in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
1991: met Perry Van Geloven (NL) in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
– 1° plaats Strandrace Scheveningen.
(Ondanks sleutelbeenbreuk in het seizoen. Mits operatie slechts 2 weken niet gereden).
1992 tot 1993: BMB Zijspan + WK.
1992: met Perry Van Geloven (NL) in het zijspan
– 12° plaats FIM Wereldkampioenschap (beste uitslag = 3de in GP België).
– 2 ° plaats BMB Belgisch Kampioenschap
– 1° plaats strandrace Hoek van Holland.
1993: met Gunther Verbrugge in het zijspan (de broer van Sven).
– 24° plaats FIM Wereldkampioenschap.
(Zware schouderkwetsuur dat seizoen).
1994 tot 1999: BLM (VLM) Zijspan.
1994: met Danny Goethals in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 1° plaats FAM Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
(Ondanks armbreuk in het voorseizoen).
1995: met Danny Goethals in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 3° plaats FAM Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
(derde knieoperatie)
1996: met Danny Goethals in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 3° plaats FAM Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
1997: met Danny Goethals in het zijspan.
– 1° plaats Belgisch Kampioenschap.
– 1° plaats FAM Kampioenschap.
– 1° plaats Europees Kampioenschap IMBA.
(Ondanks sleutelbeenbreuk één week voor een IMBA GP. Mits operatie toch gereden!).
1998: met Danny Goethals begonnen die armbreuk opliep in het begin van het seizoen, tijdelijk met Eddy Schoppé en Benny Van Den Bulck als vervanger gereden. Op het einde van het jaar terug met Danny Goethals.
– 3° plaats VLM kampioenschap.
– 4° plaats FAM kampioenschap.
– 3° plaats IMBA kampioenschap.
1999: met Benny Van Den Bulck in het zijspan.
– 5° plaats VLM kampioenschap.
– 5° plaats FAM kampioenschap.
– 3° plaats IMBA kampioenschap.
2000 tot 2006: MCLB zijspan.
2000: met Leo De Feyter in het zijspan.
– 3° plaats MCB kampioenschap
– 5° plaats FAM kampioenschap
2001: met Gunther Pyra in het zijspan.
– 2° plaats MCB kampioenschap
– 3° plaats FAM kampioenschap
2002: met Gunther Pyra in het zijspan.
– 2° plaats MCLB kampioenschap
– 3° plaats FAM kampioenschap
2003 met Gunther Pyra in het zijspan (einde seizoen met Christiaan Goossens)
– 3° plaats MCLB kampioenschap
2004: met Christiaan Goossens in het zijspan.
– 2° plaats MCLB kampioenschap
– 2° plaats FAM kampioenschap
2005: met Jean-Pierre Loos in het zijspan.
– 2° plaats MCLB kampioenschap
Oogkwetsuur Eddy eind augustus maakte voortijdig einde aan het seizoen.
2006: met Bart Verbrugghe in het zijspan.
– 2° plaats MCLB kampioenschap
– 3° plaats FAM kampioenschap
– laatste wedstrijd op 29/10/2006 gereden en gestopt met motorcross.
Voor de statistieken (als ik goed geteld heb):
Totaal aantal wedstrijden gereden tot 31/12/2006: 1.510.
Gewonnen wedstrijden: 347.
– 3 maal IMBA Kampioen solo: 1981, 1982, 1986.
– 7 maal IMBA Kampioen zijspan: 1989, 1990, 1991, 1994, 1995, 1996, 1997.
10 IMBA titels in totaal en zowel in solo- als zijspanklasse: beide zijn unicums tot nu toe!
– 2 maal FAM Kampioen zijspan: 1994, 1997.
– 6 maal Belgisch Kampioen BLM zijspan: 1990, 1991, 1994, 1995, 1996, 1997.
– 2 maal Strandrace gewonnen: 1991, 1992.
Buiten de vermelde titels, zijn er nog 32 podiumplaatsen behaald in Belgische en Europese Kampioenschappen.
(Tekst Luc Driesen/Eddy Nuyts/Uitslagen BMB  Gilbert Bruynooghe/Marnix Vanslembrouck)
Tekst : Eddy Nuyts 24 april 2020

In Memoriam : MC Maasland Voorzitter Robert Lindekens

Vandaag melden we helaas het overlijden van voorzitter MC Maasland Neeroeteren Robert Lindekens.
Robert nam na het overlijden Jef Schrijvers de fakel over als voorzitter.
Daarnaast was hij ook de oprichter van CNC Service Lindekens Evens.
Na een campingtrip welke de passie was van Robert werd hij begin maart ziek en opgenomen in het ziekenhuis met Corona, na enkele weken werd hij overgebracht van Limburg naar Gent.
Robert is maandag in de vooravond overleden te Gent, één dag na zijn 67ste verjaardag.
De mooie momenten die we tijdens de eigen GP’s beleefde met hem blijven ons in het geheugen.
Na het overlijden van zoon Bart paar jaar geleden weer een heel harde slag voor Elza en Mieke.
Wij wensen namens ons ganse smxpics.be team Elza, Mieke en familie en vrienden zeer veel sterkte toe in extreme zware dagen.
(Plaatsing na overleg met Elza)

Interview met 10 voudig IMBA kampioen Eddy Nuyts (deel 1)

In deze rustige weken met gebrek aan onze sport gingen we op zoek naar onze sponsoren en zijspan rijders.
Gewapend met vragen om u van een spraakmakend interview aan te bieden, in een eerste luik kregen we reeds rijder Gert van Werven aan het woord, Sponsor Woolstreet Journal werd de eerste sponsor in de kijker.

Vandaag krijg je het verhaal in geuren en kleuren van niemand minder dan 10-voudig IMBA kampioen EDDY NUYTS.
Eddy wist ons uit gebreid te beantwoorden vanaf hij met motors in aanraking kwam tot zijn laatste meters.
Heel veel leesvoer (lees 11 bladzijden) voor de gedreven zijspan fanaten, om die reden delen we dit interview ook op in 2 delen (overmorgen deel 2). 

Foto’s ons aangeleverd van zijn carrière door Eddy klik u HIERZO

Voor het eerste deel kijk onder deze foto !


Je begon op een solo te crossen in 1970 in BLM met een tussenstop van 1976 tot 1979 naar BMB Inters in de destijds de “gouden” jaren van de motorcross BMB.
Je streed er met verschillende Belgische wereldkampioenen en fabriekspiloten zoals o.a. Roger De Coster, Harry Everts, Gaston Rahier, André Malherbe
Nadien ging je terug naar BLM waar je nog verschillende titels behaalde in je solocarrière?
Als kleine gast vergezelde ik mijn vader steeds naar zijn wedstrijden in België en buitenland. Eind jaren 50 herinner ik mij eigenlijk niets van, maar vanaf 1962 toen mijn vader Arthur bij de zijspannen in BMB reed herinner ik mij veel. Toen had BMB vele Belgische wedstrijden voor zijspannen. Op foto’s uit die tijd zie je het enorme aantal publiek op de wedstrijden en daar liep ik als kleine gast tussen! Op vele wedstrijden reden ook de solo internationalen met vele bekende namen van toen zoals Joël Robert enz. Ook daar stond ik met bewondering naar te kijken. Dus ik groeide op met de cross en wou niets liever dan het zelf te doen. Ik crosste veel met mijn fietsje. Jeugd motorcross bestond toen spijtig genoeg nog niet. Daar hadden ze mij niet kunnen afhouden! Maar op vrij jonge leeftijd (ik was ongeveer 6 jaar oud toen) knutselde mijn vader wel een klein baanmotortje ineen met zijwieltjes er aan in het begin, net zoals mijn kleine kinderen leert rijden met fietsjes met zijwieltjes. En met dat motortje reed ik rondjes in de tuin en later rond de garage in Zandhoven. Ik herinner mij ook de eerste keer dat mijn vader mij leerde rijden zonder wieltjes in een bos. Bij de eerste bocht ging het al fout en reed ik pal op een boom. Maar al gauw lukte het wel. Enfin ik wou dus absoluut gaan crossen.
 
In 1969 had ik een oude Greeves 250 cc nog met schommelarm voorvork om rondjes rond het huis te rijden. Mijn vader zal mijn gezaag beu geweest zijn en in juni 1969, net geen 14 jaar oud (er werd creatief omgesprongen met mijn vergunningsaanvraag), startte ik mijn eerste echte wedstrijd bij BLM te Oostmalle. Later volgde een tweedehands Husqvarna. Ik reed slechts enkele keren mee in 1969. Maar vanaf 1970 was ik er steeds bij. Dat jaar enkele crossen junior en daarna senior. En vanaf 1971 als 16-jarige reeds bij de Internationalen BLM. Laatste jaar BLM in 1974. Ik won vaak, maar eindigde meermaals 2de in het Belgisch kampioenschap en geen enkele keer eerste. Vaak moest ik opboksen tegen oudere, meer ervaren en sterkere rijders die terugkeerden uit BMB.
 
In 1975 werd de stap gezet naar de BMB seniors. Vanaf 1976 tot 1979 bij de Internationalen BMB met vele grote internationale wedstrijden met deelname van de Belgische en buitenlandse wereldtoppers. Niet gemakkelijk tegen het grote aantal fabrieksrijders van wereldklasse en een groot aantal Belgische vergunninghouders. Vaak moesten er kwalificaties gereden worden op de grootste wedstrijden om te kunnen deelnemen! Een harde maar toch zeer interessante tijd om mee te maken.
In 1975 in Jamioulx België. Ik werd ingedeeld in de Belgische B-ploeg omdat ik in de voorafgaande toekomstbeker in Italië niet goed gescoord had. Zie hier onder.
Enkele weken daarvoor zat ik ook in het Belgisch team voor de Beker der Toekomst in Maggiora, Italië. Persoonlijk had ik wat tegenslag: eerste reeks steen in oog (zonder bril moeten rijden door de modder, rolloff bestond nog niet), 2de reeks voorwiel stuk en trager moeten rijden. Daardoor mijn individueel resultaat niet zo goed 17de,, maar het team won wel.
Het jaar daarop, dus 1976 mocht ik weer meedoen in de Toekomstbeker in Maggiora, Italië. Toen haalde ik individueel een 2de plaats achter Jean-Jacques Bruno, een Franse GP rijder die verscheidene jaren fabrieksrijder was en topper in de GP. Dus dat was nog wat beter. Bovendien was mijn 250 cc Maico niet snel genoeg in dat veld met toekomstige kampioenen en diende ik telkens vanuit de groep te remonteren. Eén van mijn supergoede wedstrijden was dat. Het team werd toen 3de omdat Vromans uitviel.
Eddy werd hier derde,

In België mocht ik in 1976 niet meedoen omdat ik te oud was voor deelname volgens de regels voor het Belgische luik.
Na een zware knieoperatie eind 1979, ook doordat mijn vader toen zijn eerste zware hartinfarct opliep, terug gekeerd naar BLM in 1980. Na de operatie had ik een zeer zware infectie in de knie en het volledige been. Dat scheelde niet veel of het was fout gelopen. De knie leverde me vanaf toen al problemen op en is nooit meer goed gekomen. Dat werd enkel maar slechter in de loop der jaren. Ik reed solo bij BLM tot en met 1987. Ik was altijd een meer technische rijder. Daardoor was ik blijkbaar sterker in de IMBA wedstrijden waar meer op harde banen werd gereden. Op de Belgische zware omlopen in BLM ging het vaker wat minder, alhoewel ik op mijn goeie dagen ook op minder technische omlopen kon winnen.
Ik kon 3 solo IMBA titels bij de internationalen 500 cc behalen in 1981, 1982 en 1986.
Verder nog volgende podiumplaatsen:
1980 3de in FAM Kampioenschap bij de Inters 250 cc.
1982 3de in FAM Kampioenschap bij de Inters 500.
1983 2de in IMBA Kampioenschap en 3de in FAM Kampioenschap bij de Inters 500 cc.
1984 2de in IMBA Kampioenschap en 3de in BLM Kampioenschap bij de Inters 500 cc.
1985 3de in IMBA Kampioenschap Inters 500 cc.
1987 5de IMBA Kampioenschap Inters 500 cc.
 
In 1988 stapte je over naar het zijspan gebeuren, hoe verging je eerste jaar op een zijspan, of had je al is de kans gekregen om te proberen?

Ik had altijd ook al interesse in het zijspancrossen maar keek steeds op tegen het probleem een goede bakkenist te vinden. Ik volgde het zijspancrossen vanzelfsprekend. Destijds in BMB was ik lid van de club KAMV Mortsel met clublid Lea Maes, fanatiek supporter van Peter Herlings, maar ook fervent voorstander van zijspancross. De club organiseerde trouwens vele GP zijspan. Lea Maes probeerde mij diverse keren over te halen om met zijspancross te starten. Misschien had ik haar raad eerder moeten opvolgen want ik denk te mogen zeggen dat ik blijkbaar meer aanleg had voor de zijspancross gezien mijn latere resultaten.
Vooraleer ik in 1988 begon met zijspancrossen had ik al iets ervaring op een zijspan. Zoals gezegd had ik vele wedstrijden als jonge gast bekeken en gezien hoe de goede zijspanteams uit die tijden het deden. Ook reed ik al eens met het zijspan van mijn vader als dit moest gerodeerd worden.
Zo heb ik nog een leuke anekdote van de KNMV winterwedstrijd in Meijel op 11 januari 1976. Mijn vader en ik reden toen BMB en namen beide deel aan die wedstrijd, hij bij de zijspannen en ik bij de Inters solo. Mijn vader was toen bezig aan zijn 2de laatste seizoen en op de zware zandwedstrijden lukte het niet meer zo goed. Na zijn eerste reeks wilde hij niet meer starten in de tweede reeks. Mijn solowedstrijd was al achter de rug en we kwamen met het plan dat ik de tweede reeks bij de zijspannen zou starten. Ik ging bewust zeer laat naar de start zodat ik niet zou herkend worden en startte bij de laatsten. Toch zou ik de reeks uitrijden en zelfs binnen de top 10 eindigen in het KNMV gezelschap!
Later dat jaar tijdens de snikhete GP zijspan in Kessel op 27 juni 1976 reed ik met het zijspan zelfs eens mee tijdens de oefeningen. Hoe dat allemaal toen lukte weet ik niet meer, maar ik denk dat Lea Maes dat fixte. Misschien had ik toen naar haar moeten luisteren en moeten doorgaan met het zijspan?

Verder deed ik ook al wat ervaring op tijdens de eindejaars “mechaniekers” crossen bij BLM in 1980, en later nog in 1984, 1985, 1986 en 1987. In het begin met het geleende viertakt zijspan van Karel Claessens en nadien van Karel Berghmans. Vanaf 1986 had ik mijn eigen zijspan een lichte ééncilinder EML-Honda.
Eind 1987 tijdens de mechaniekerscross in Vosselaar, geraakte mijn bakkenist René Szott gekwetst. Hij was de bakkenist van mijn vader in de jaren 70. Ik wou toch nog graag de tweede reeks rijden en we lieten omroepen of er een kandidaat bakkenist aanwezig was. Toen kwam een zekere Perry Van Geloven naar mij toe en wou mee rijden. Hij had ook al ruime ervaring als bakkenist in Nederland bij diverse rijders. Dat was eigenlijk de aanleiding voor mij om definitief te starten bij de zijspannen het jaar daarop. Want het rijden tijdens die tweede reeks ging super. Ik had het gevoel bijna alsof ik met een solo reed doordat deze jonge ervaren bakkenist natuurlijk grote positieve invloed had op het besturen van het zijspan. We reden die winter nog diverse mechaniekerscrossen en reden ook de kleine winterserie mee in Nederland op het circuit in Wijchen en dat verliep allemaal uitstekend.
Zodus gingen we van start in de BLM zijspanreeks met Perry Van Geloven op een Honda VMC. Enkele weken voor het seizoen begon moest ik echter nog plots een operatie aan de reeds gehavende knie ondergaan want ik kreeg er teveel pijn aan. Trouwens die knie berokkende mij altijd meer last op een zijspan dan op een solo, omdat je op een zijspan lager zit en constant zit te draaien op uw kniegewrichten.
Dus de voorbereiding was kort voor het seizoen 1988 maar toch draaiden we onmiddellijk mee vooraan. We konden onmiddellijk enkele podiumplaatsen behalen en de eerste overwinning lukte op 20 maart 1988 in Lummen-Genebos. Maar het ging ook enkele keren mis met valpartijen. En het standaard Honda blok was toch ook wat min. Op aandringen van mijn vader gingen we dan eens testen met een EML-JUMBO. Hij wou absoluut dat we daar gingen mee rijden en het verzoek van mijn voornaamste sponsor was natuurlijk doorslaggevend. De Jumbo had veel vermogen maar ook door zijn zware gewicht was het zijspan moeilijker te rijden voor zowel rijder als bakkenist in de hindernissen en bochten. Veel vermoeiender allemaal. Er waren ook enkele nadelen en ik had de afstelling van het chassisgedeelte toen nog niet volledig onder de knie. Maar de resultaten werden beter en beter en we konden veel wedstrijden winnen.
De Belgische titel BLM verloren we zeer nipt aan Eddy en Ludo Somers. We hadden gelijke punten maar Somers had een reeksoverwinning meer.
In het FAM kampioenschap werden we 2de . We werden de eerste FAM wedstrijd te Hamont 2de en wonnen de laatste in Virginal, maar vielen uit met lekke banden in de tweede FAM te Weris.
In het regelmatigheidscriterium van BLM werden we wel eerste.
En we waren met de podiumplaats in het kampioenschap ook gekwalificeerd voor deelname aan de IMBA in 1989 wat een belangrijk doel was voor mij persoonlijk.
Dus dat eerste jaar zijspan was eigenlijk goed verlopen. 

Je startte met de Nederlander Perry Van Geloven en behaalde verschillende titels in de eerste jaren zoals oa IMBA kampioen, na een paar jaar besloot je uw kansen te verdedigen in BMB en het Wereldkampioenschap?

In 1989, na kwetsuur van Perry Van Geloven, kon ik met bijrijder Wilfried Somers de eerste IMBA titel behalen. In 1990 en 1991 lukte het met Perry Van Geloven ook  om de IMBA en BLM titels te behalen. Ik was ondertussen al 36 jaar. Na de succesvolle jaren in BLM en winst in de strandrace Scheveningen in 1991, besloten we in samenspraak met bakkenist en helpers in het team om het te gaan proberen in de GP. Een droom voor vele goede amateurrijders.
In 1992 startten we dus in de GP. Toen was het niet zo makkelijk. Het was door de bonden verboden om BMB-FIM te combineren met BLM of andere liefhebbersbonden. Heden is dit allemaal veel opener en dat is beter voor de rijders. Want toen in 1992 en 1993 waren er praktisch geen wedstrijden voor zijspanen in België bij BMB. En in het buitenland mocht je ook zo maar niet deel nemen. Enkel wanneer je een contract kreeg van de buitenlandse inrichtende club. En dat was niet evident als relatief onbekende rijder. Ook voordat het seizoen begon bij FIM mocht je niet starten in de liefhebbersbond. Voor mij een nadeel omdat ik wedstrijdritme nodig had om te groeien naar een goeie motorconditie. Ik heb daarvoor vooral wedstrijden nodig omdat ik dat met geen enkele training (noch fysieke, noch met de motor) kan bereiken. Dus gebrek aan wedstrijden beschouwde ik voor mij toen toch zeker een nadeel.
Niettegenstaande dat begonnen we goed aan 1992 met overwinning in de tweede wedstrijd bij KNMV in Nederland in Gemert. Later konden we bij de KNMV enkel starten vanop de 2de startrij omdat in het NK de Nederlandse rijders voorrang kregen en wij telkens achteraan moesten aansluiten voor de start! Hier en daar kon ik eens een wedstrijd meepikken in Duitsland of Frankrijk, maar zeer weinig.
De GP dan. Toen was het voor mij althans een zwaar programma. Op zaterdag 2 vrije trainingen, dan tijdtraining voor kwalificatie voor de GP. Als je daarin lukte dan volgde weer een tijdtraining voor de startopstelling op zondag. Zondag dan nog een vrije training en daarna de GP over 3 reeksen.
In 1992 konden we ons de eerste GP in Orehova Vas in Slovenië kwalificeren. De eerste reeks ging het mis in de start door een aanrijding met gevolg een afgebroken schokbreker. Maar de 2de en 3de reeks konden we punten behalen. Maar al gauw bleek dat het tijdrijden voor mij een sterke handicap was. Ik kon een goed wedstrijdtempo een hele reeks aanhouden, maar in de tijdtraining 2 seconden sneller rijden met de nodige risico’s dat kon ik meestal niet. Dus Meestal met een mindere tijd een slechte startopstelling en dat in een zeer competitief veld van 30 zijspannen was  een enorm nadeel. In de tweede GP in Markelo Nederland, kon ik me enkel als reserve kwalificeren met een 16de tijd in mijn groep. In de daaropvolgende tijdtraining voor de startopstelling kon ik raar maar waar uit de 32 teams ook de 16 de tijd rijden! Maar zondag kon ik enkel de 3de reeks starten. Ik kon wel op de eerste rij vertrekken en na een goede start finishten wij als 6de. De zondag daarna volgde de GP in Betekom België. Weer op het nippertje gekwalificeerd, maar een betere tijdtraining voor de startopstelling. Telkens op de eerste startrij gestaan. Eerste reeks van een 15de plaats terug gekomen naar de 7de. De tweede reeks 3de gefinisht en de 3de reeks als 5de. Dit leverde een 3de podiumplek algemeen! Mijn beste uitslag in de GP. Later bleek dat dit aan een zijden draadje heeft gehangen want we ontdekten na de wedstrijd een scheur in de drijfstang van de motor! Verder in het seizoen konden we regelmatig goed punten scoren en stonden op gegeven ogenblik als nieuwkomer op een 7de plaats in WK. Maar halfweg werd het wat moeilijker. Strubbelingen met een helper in het team zetten een domper op het seizoen en was niet goed voor de moraal. Ik begon door de zware belasting van de GP last te krijgen van pijnlijke ontstekingen in de polsgewrichten die we medisch niet konden oplossen. Dit maakte het rijden wat pijnlijker en moeilijker. Maar we bleven punten scoren. Ook enkele uitvallers gehad natuurlijk met lekke band of zoals in Duitsland waar onze achterrem tot 2 maal toe werd krom gereden opzettelijk. Nadien begonnen wij als eerste met een beschermbeugel te lassen op de achterbrug om de achterste remschijf te beschermen. Iets wat later door diverse constructeurs ook werd toegepast. Maar er waren ook sterke GP zoals in de modder in Engeland een 5de plaats. De verplaatsing naar Oekraïne dat jaar was een avontuur op zich. Ook speciaal. Voor de laatste GP stonden we nog steeds 9de. Maar een val in de training met hersenschudding voor mij leverde enkel een reserveplaats op. Enkel de 3de reeks konden we starten en ook nog punten scoren. Maar we kwamen bij de eindafrekening 3 punten te kort om top tien te eindigen en de 12de plaats in de eindrangschikking in het WK was voor ons.
Dat jaar in het Belgisch Kampioenschap BMB werden we vice kampioen van België na Eddy Ramon-Gino Strubbe. Tevens konden we de overwinning behalen in de laatste Veronica Strandrace, dit maal in Hoek van Holland.
Bakkenist Perry Van Geloven stopte eind 1992. Hij had nog altijd te veel problemen met een pijnlijke pols. Daarom in 1993 op zoek naar een andere bakkenist en nog maar eens een volledig GP seizoen gepland met ditmaal Gunther Verbrugge in het zijspan. In het begin van het seizoen konden we een internationale wedstrijd in Frankrijk winnen. Maar verder hadden we toch enkele aanpassingsproblemen aan het nieuwe chassis. Iets voor halfweg het seizoen begon het beter te lukken. Toen ging het echter mis. In de Belgische wedstrijd in Kester kwamen we ten val door een aanrijding met een Franse rijder met al een pijnlijke schouder voor mij tot gevolg. Maar in Oss begin juli ging het ernstig mis. Een zware valpartij leverde voor mij een zware schouderkwetsuur op. Na een dikke maand terug begonnen. In Westerlo geprobeerd maar had ik nog te veel pijn. Daarna wel terug gereden maar de aanhoudende pijn in de schouder belette mij om nog goed te presteren. We haalden meestal nog wel de kwalificatie en enkele punten en sloten het seizoen af een 24ste plaats in het WK. De beperkte wedstrijden van het BK kon ik niet rijden omwille van de schouderkwetsuur.
Hoe kijk ik terug op de deelname aan het WK? Het was in ieder geval een belevenis om het mee te kunnen maken en te ervaren hoe hard het WK wel is. De snelheid ligt hoog, vele omlopen zijn ook veel sneller en totaal verschillend van wat we kennen bij BLM. Er wordt tijdens de duels niet op een duw meer of minder gekeken. Het kost handenvol geld door de vele grote verplaatsingen maar ook omdat het materiaal meer lijdt en meer stuk gaat. Op de harde banen verslijt je per GP verschillende banden b.v. Je hebt een team nodig van gemotiveerde en bekwame helpers die bovendien ook nog eens de nodige tijd kunnen vrij maken. Om het te kunnen combineren met je werk moet je al je vakantiedagen er aan opofferen.
Voor mij persoonlijk vind ik het jammer dat ik het eerste jaar de top 10 miste door enkele tegenslagen. 12de plaats is echter niet verkeerd voor een nieuwkomer in de GP. Ik heb jammer genoeg moeten ervaren dat het in de GP moeilijker is om een goed functionerend en gemotiveerd team bijeen te houden. Er komt veel stress bij kijken omdat zo veel afhangt van de kwalificatie, niet alleen de startpositie maar ook de startvergoeding die welkom was voor de enorme kosten. 1993 was jammer genoeg een half mislukt jaar door mijn kwetsuur.
 
Ik had ook liever in het huidige systeem gereden met kwalificatiewedstrijd en langere reeksen. Ik denk dat dit mij beter had gepast. En ik had de GP ook met het perfecte team van 1994 tot 1997 wel eens willen meemaken. Maar dat was niet mogelijk. Ik denk ook dat ik al te veel last had van oude kwetsuren, de knie en ook de ontsteking in de polsgewrichten om op GP niveau optimaal te kunnen presteren. Dat is ook de voornaamste reden dat ik eind 1993 besliste om terug te keren naar BLM en IMBA. 
Je hebt ook is paar keer aan de gekende strandrace van Scheveningen deelgenomen en zelfs gewonnen, hoe was die ervaring ?
In 1990 opperde bakkenist Perry Van Geloven om eind van het seizoen deel te nemen aan de bekende Veronica strandrace in Scheveningen. Hij had al ervaring in die race met een andere rijder vroeger. Dat jaar reed ik al met de EML-ZABEL bij de wedstrijden in BLM, maar ik had de EML-JUMBO nog waar ik 2 seizoenen 88-89 mee had gereden. Die leek ons geschikt voor deze strandrace waar wel meer 2-cilinders werden gebruikt. Er werd weinig aan de motor veranderd. Enkel een andere filterkast met kleppen in de luchtinlaat. Die kon je wat dichter regelen met een hendel op het stuur om op het lange rechte stuk volgas de motor rijker af te stellen. Die filterkast had ik gekregen van Rein Van Gastel, een voormalig Nederlandse zijspanrijder.
Zo gezegd zo gedaan. We gingen vooraf eens trainen op een zandcircuit in de Rotterdamse haven en starten in Scheveningen. Je kwam daar toe de dag voordien en je kreeg een parkeerplaats toegewezen in de buurt van de vismijn. Trainingen waren er niet en je kon het circuit dus niet verkennen. Daarom reed ik ’s morgens vroeg met de mountainbike over de dijk om toch zo veel mogelijk van de omloop te kunnen zien. Vooral belangrijk als je met ongeveer 140 km over het strand naast de vloedlijn komt aangestormd en dan een paar grote S-bochten op hoge snelheid in het zand moet zien door te komen. Bovendien moest je opletten voor de strandpalen op het strand en de “wakken”, eigenlijk grote gaten gevuld met water. Dat kon je moeilijk zien van ver en was gevaarlijk door de hoge snelheid. Dan voor de start van het evenement moet iedereen met de motor en materiaal in het afgesloten rennerspark aanwezig zijn. Je mag daar niet meer uit. Indrukwekkend de grote groep van ongeveer 150 zijspannen. Je moest zeer vroeg beginnen oprijden naar de start, in feite in een file van zijspannen om er überhaupt tijdig te geraken. Na de eerste reeks zo snel mogelijk terug, benzine er in, vers luchtfilter, droog shirt en je kon weeral oprijden voor de 2de reeks. Behoorlijk stressvol. Eigenlijk zonder al te veel voorbereiding en onbekend met de wedstrijd, eindigden we de eerste reeks als 3de. De tweede reeks had ik problemen met de versnellingsbak en werden we 15de. Eindstand 7de.
We hadden de smaak te pakken en deden dit nog eens over in 1991 en 1992, deze keer met hulp van EML voor de afstelling van het motorblok. Ook met hulp van Wil Van Der Laan waarmee we samen gingen trainen opnieuw in Rotterdam. Hij zorgde voor de benzine en via zijn vriendin Marianne, die werkte voor Veronica, voor een goede startplaats. We hadden ook gezien het jaar ervoor dat je beter de frontplaat van het zijspan verwijderde voor minder luchtweerstand, dat scheelde in topsnelheid. Met de ervaring van het jaar voordien en de nog betere voorbereiding en preparatie konden we de beide reeksen van de wedstrijd in 1991 winnen. Bijzonder groot aantal toeschouwers, interviews, TV uitzending, podiumceremonie, behoorlijk indrukwekkend allemaal. Wat we voordien voor onmogelijk hielden, konden we toch realiseren. De wedstrijd winnen tegen de bekende specialisten van deze wedstrijd zoals een Jan Bakens en de aanwezigheid van een aantal wereldtoppers was fantastisch. In euforische toestand reden we toen terug naar huis.
In 1992 werd de wedstrijd gereden in Hoek van Holland. Een korter circuit, in feite iets meer gelijkend op een normaal zwaar zandcircuit met iets langer recht stuk. De eerste reeks werden we 2de achter Jan Bakens. De 2de reeks was het strijd tussen ons en meerdere teams zoals Jan Bakens-De Bresser, Eddy Ramon-Gino Strubbe, Eimbert Timmermans-Verhaegen, de broers Janssen. Met wisselende posities. We konden de 2de reeks nipt winnen en zo ook de eindstand. Het bleek de laatste Veronica strandrace te zijn.

Deel 2 van Eddy’s ervaringen in de zijspan sport kan je in de loop van deze week ook hier weer lezen !

 
(Tekst Luc Driesen/Eddy Nuyts/Uitslagen BMB  Gilbert Bruynooghe/Marnix Vanslembrouck)