Het was Van Werven-De Veene die tot iets over halfweg de leiding in handen hadden, nadat ze
al eersten de hindernissen waren ingedoken. De broertjes Lielbardis en Wilkinson-Millard waren beste achtervolgers.
Bax-Cermak kwamen pas als elfde uit de startblokken en werden een hele race op achtervolgen aangewezen. In de tiende ronde wisten Vanluchene-Musset zich van drie naar positie één te rijden en die plek zouden ze niet meer afgeven. Van Werven-De Veene werden achter Wilkinson-Millard knap derde in deze manche, dit voor de Letse Lielbardis twins. Van Daele-Beleckas reden een zeer sterke wedstrijd en werden met de vijfde plaats beloond maar konden een aandringende Bax-Cermak rondenlang van zich af houden. Heel sterke race was er ook van Sanders-Rostingt die als negende onder de geblokte vlag reden.
Keuben-Rietman 7de, Wijers-van der Putten 12de, Hurkmans-Bax 14de, waren de andere teams in de punten. De andere Nederlandse teams vielen uit de punten. Pech was er vooral voor Hermans-van den Bogaart die als 27ste waren gestart en rond half koers bijna op een tiende plek zaten toen ze uit de race verdwenen. Ook de Leferink broertjes zaten mooi in de punten toen ze net bij het ingaan van de twee laatste ronden uitvielen. Voor Devoldere-Debruyne en Prunier-Prunier was het al na enkele ronden gedaan.
