
Dat de IMBA moeilijke tijden doormaakt, is al langer geen geheim. Dit jaar moest het Masters of Nations in België worden afgelast, zowel om financiële redenen als door een tekort aan deelnemers. Ook voor het EK Dames konden slechts twee wedstrijden worden georganiseerd. De zorgwekkend lage opkomst tijdens het congres onderstreepte de ernst van de situatie. De centrale vraag luidde dan ook: “Gaat de IMBA verder, of verdwijnt een organisatie met 70 jaar geschiedenis van het toneel?”
Tijdens het IMBA-congres van 8 en 9 november 2025 werd pijnlijk duidelijk hoe onzeker de toekomst van de internationale motorsportbond is. Met dalende deelnemersaantallen, financiële problemen en een leeg wedstrijdprogramma voor 2026 staat de IMBA op een kruispunt. Toch is er nog hoop: een noodbestuur neemt het komende jaar de leiding op zich in een poging de organisatie overeind te houden.
Volledige artikel vind je via de LEES VERDER
Daarbovenop waren er geen enkele kandidaturen voor een bestuursfunctie. Algemeen directeur Willi Jütten had bovendien zijn vertrek aangekondigd, maar gezien de moeilijke omstandigheden verklaarde hij zich alsnog bereid om één extra jaar aan te blijven én tijdelijk het voorzitterschap op zich te nemen. De aanwezige leden stemden hiermee in. Ook Benoit Malta blijft nog een jaar verantwoordelijk voor de kas, terwijl Michael Fröhlich zijn bestuursfunctie voortzet. Dit trio vormt in 2026 de noodleiding van de bond. Jütten verwoordde het als volgt: “De IMBA gaat voor één jaar in standby-modus.”
Kalender 2026: voorlopig leeg
De MON liet weten bereid te zijn om minstens één dameswedstrijd te organiseren. Buiten dat vooruitzicht blijft de IMBA-kalender voor 2026 voorlopig volledig leeg.
Het congres kon al op zaterdag worden afgesloten, waarna de delegaties op zondag na een gezamenlijk ontbijt huiswaarts keerden. Het volgende IMBA-congres staat gepland van 13 tot 15 november 2026.
Voorstellen om rijders te laten betalen afgewezen
De nationale bonden CAM en DMCU dienden voorstellen in om rijders een vorm van entreegeld of extra bijdrage te laten betalen. Aangezien deelname aan EK-wedstrijden voor veel rijders nu al nauwelijks betaalbaar is, werd snel duidelijk dat deze aanpak geen duurzame oplossing biedt.
Toch is de boodschap helder: de IMBA kan alleen blijven bestaan als de rijders dat zelf willen.
Het vraagt bereidheid om niet enkel te investeren in design, kleding en materiaal, maar ook in de organisatoren en clubs die wedstrijden mogelijk maken. Zonder financiële draagkracht vanuit de achterban verdwijnen de evenementen waar de sport op draait.
IMBA versus GP – tijd voor openheid
We hoeven er niet omheen te draaien: zowel rijders als nationale bonden zien steeds vaker teams richting het GP-circuit vertrekken. En dat terwijl een aantal van die teams in de IMBA zelfs niet in de top vijf zouden eindigen. Toch kiezen ze voor de GP’s, simpelweg omdat ze daar meer rijtijd krijgen én de kans op kwalificatie bijna gegarandeerd is – ook daar staat het starthek immers niet altijd volledig vol. Ook wetende dat hier achter de schermen toch gewerkt word om een EK circus naast de GP reeksen mogelijk één der jaren een werkelijkheid word !!
Al jaren geleden stelde ik voor om het IMBA-format over twee dagen te verdelen, zodat rijders meer tijd op de baan krijgen en het kampioenschap opnieuw aantrekkelijker wordt. Dat voorstel werd destijds niet weerlegd, maar tot op vandaag bleef het ook zonder gevolg. Misschien is het tijd om dat gesprek opnieuw écht te voeren ook al vrees ik dat dit veel te laat gaat zijn !!.